Starter liefst op stage in Duitsland
Dat zegt Remco de Bruijn van de Kamer van Koophandel (KvK) in een gesprek met NUzakelijk. De Bruijn is als projectmanager betrokken bij het Europese 'Erasmus for young entrepreneurs-programma', een uitwisselingsprogramma voor ondernemers.
Sinds een jaar doet ook de KvK mee aan het programma, dat sinds 2009 loopt. Startende ondernemers kunnen met een beurs van de Europese Commissie ervaring opdoen bij een gastbedrijf in een ander Europees land naar keuze.
"In totaal hebben in Europa tot aan maart 2014 inmiddels 2.287 beginnende ondernemers deelgenomen aan het programma", vertelt De Bruijn. "Vanuit Nederland zijn 30 mensen naar het buitenland gegaan, terwijl er 105 vanuit andere landen hierheen zijn gekomen."
De ondernemers die een tijdje naar Nederland komen, zijn vooral afkomstig uit Spanje en Italië. "Die staan met stip op een, op afstand volgen nog Duitsland, Griekenland, Portugal en Roemenië. Spanje en Italië zijn natuurlijk ook hele ondernemende landen."
Ervaring
Ondernemers die op zich aanmelden voor een stage in het buitenland mogen maximaal drie jaar ervaring hebben. Het zijn vooral net afgestudeerden, tot een jaar of 35.
Ze kunnen één tot zes maanden bij een buitenlands gastbedrijf aan de slag om ondernemersvaardigheden op te doen, hun talenkennis bij te spijkeren en internationale contacten op te doen.
"Vooral de sectoren promotie en media, architectuur en bouw en consultancy en ict zijn populair", vertelt De Bruijn.
De ontvangende bedrijven moeten minimaal drie jaar ervaring in huis hebben. "Deelnemen aan een uitwisseling is vooral een kans voor bedrijven met internationaliseringsplannen. Zij kunnen gratis een marktonderzoek laten uitvoeren en contacten leggen in het land dat zij op het oog hebben."
Gastondernemer
Dat geldt ook voor de Hoornse gastondernemer Monique Ansink. Zij heeft bij haar bedrijf Excellent Products gedurende vier maanden de Spaanse aspirant-ondernemer Marcos over de vloer, die straks zijn eigen bedrijf hoopt te starten.
Inmiddels is de stagiair er een maand. "Het is voor het bedrijf erg leuk, vooral de mix van culturen", vertelt Ansink. "Zo praten we nu de hele dag door Engels, een enorm bijkomend voordeel, waar ik van tevoren niet bij had stilgestaan."
Daarnaast heeft de Spanjaard tijdens een presentatie aan het managementteam een aantal zwaktes binnen het bedrijf benoemd, waar actiepunten uit voortgekomen zijn. "Hij heeft in Spanje zijn MBA gehaald, dus hij heeft verstand van zaken en een frisse blik. Zo’n uitwisselingsondernemer kan natuurlijk heel eerlijk zijn, die hoeft niet bang te zijn dat hij ontslagen wordt."
Inmiddels is de gast bezig met het in kaart brengen van de Spaanse markt. "We hopen op nieuwe klanten. Eerder liepen we in Spanje tegen een taalbarrière aan, vanwege het slechte niveau van het Engels daar."
Verdubbeling
De Europese Commissie heeft 5 miljoen euro uitgetrokken voor de huidige cyclus van het uitwisselingsprogramma. Voor de volgende periode, die volgend jaar begint, is vanwege het succes van het programma een verdubbeling van dat bedrag aangekondigd. "Het doel is om in 2020 in heel Europa zo’n 10.000 uitwisselingen te hebben voltooid", laat de Bruijn weten.
De omvang van de beurs die de aspirant-ondernemer krijgt, is afhankelijk van het land waar die naartoe gaat. "Voor het goedkoopste land, Albanië, is dat 530 euro per maand. Voor het duurste land, Denemarken, wordt 1100 euro per maand uitgetrokken. In Nederland geldt een bedrag van 830 euro per maand."
Soms levert een uitwisseling zelfs blijvende contacten in een ander land op. Zo zijn inmiddels twee Nederlandse ondernemers een joint venture met een bedrijf in Polen gestart.
Deelnemers aan het programma zijn er erg over te spreken. "Van de aspirant-ondernemers vindt 96 procent de uitwisseling succesvol, onder de gastbedrijven is dat 94 procent", laat De Bruijn weten. Respectievelijk 93 en 87 procent vindt dat de uitwisseling heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het eigen bedrijf.