"Overall krijgt het weekend van mij een voldoende. Ik denk dat ik goed heb gepresteerd, zeker gezien de omstandigheden", aldus Van der Garde.

"Ik miste vrijdag de eerste vrije training op een voor mij nieuw circuit, dat verhoogde de moeilijkheidsgraad, maar uiteindelijk heb ik laten zien ook dan goed uit de verf te kunnen komen."

Van der Garde beleefde een moeizame start en zat daarna voortdurend achter Jules Bianchi, die hem uiteindelijk ook voor bleef.

"Ik was hem voortdurend aan het opjagen, maar ik kwam er niet voorbij. Wat dat betreft was het een beetje een frustrerende race. Ik had hem bij mijn pitstop, in lap 21, bijna te pakken, maar hij verdedigde zijn positie goed", zegt de Nederlander.

"Eigenlijk kon ik steeds naar hem toe rijden zonder er voorbij te komen. Ik had de snellere auto over een volle ronde, maar op de rechte stukken was hij gewoon sneller. Door het gevecht gingen mijn voorbanden er ook nog eens sneller aan. Maar dit soort dingen gebeurt soms. Er was niets aan te doen. Ik heb desondanks een goede race gereden en ik was opnieuw de snelste coureur van het team."