Tijdens de algemene vergadering van de internationale zeilfederatie ISAF, zaterdag in Ierland, werd het windsurfen met een meerderheid van stemmen terug op het olympisch programma geplaatst.

In mei van dit jaar kreeg het kitesurfen, met board en een vlieger, tot ieders verrassing nog de voorkeur binnen het ISAF-bestuur.

De keuze voor deze trendy discipline leidde binnen en buiten de zeilwereld tot de nodige kritiek. De ISAF zou te snel voor een jonge tak van sport hebben gekozen, die nog volop in ontwikkeling is.

Het ISAF-bestuur sprak vrijdag in Ierland al over de heikele kwestie. Binnen de zogenoemde council kon echter geen meerderheid worden gevonden om opnieuw te stemmen over de olympische surfdiscipline.

Uiteindelijk bleek een dag later in de vergadering van alle lidstaten wel een meerderheid voor het windsurfen te vinden.

Stephan van den Berg werd in 1984 bij de Spelen van Los Angeles, toen het windsurfen op het olympisch programma debuteerde, de eerste titelhouder.

Van Rijsselberghe had zich na zijn gouden medaille in Londen al neergelegd bij het verlies van de olympische status van het windsurfen.

Vol enthousiasme, ambitie en vertrouwen stapte hij over naar het kitesurfen. Bij zijn debuut tijdens het WK vorige maand voor de kust van Sardinië eindigde hij op de dertiende plaats in de B-groep.

De held van Texel reageerde opgetogen op het heuglijke nieuws uit Ierland. ''Nog eens 4 jaar'', liet hij met de nodige uitroeptekens weten via Twitter. ''Ik heb er vreemde, gemengde gevoelens bij. Maar ik ben erop gebrand om er weer tegenaan te gaan.''

Technisch directeur Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF zegde Van Rijsselberghe via het sociale netwerk meteen alle steun op. ''We zullen je op alle gebieden bijstaan. In welke discipline dan ook, you rock.''