
Lavreysen sprint na wereldtitels en olympische titel ook naar EK-goud
Het is pas de eerste Europese sprinttitel van de 24-jarige Lavreysen. In 2018 pakte hij brons in Glasgow en een jaar later was er zilver in Apeldoorn, nadat hij in de finale werd geklopt door de vier jaar oudere Hoogland. Lavreysen veroverde wel al twee keer WK-goud op de sprint (2019 en 2020) en in Tokio was er dus de olympische titel.
In de eindstrijd op de Spelen won Lavreysen de best-of-three tegen Hoogland met 2-1, maar vrijdag in het Velodrome Suisse was het verschil groter (2-0). De olympisch kampioen was twee keer duidelijk sterker.
In de halve finale was Lavreysen de Rus Mikhail Yakovlev in twee races de baas en in de andere halve finale versloeg Hoogland de Fransman Sébastien Vigier ook in twee races. Yakovlev veroverde vervolgens brons.
Uneken wint brons op puntenkoers
Het goud van Lavreysen en het zilver van Hoogland waren niet de enige Nederlandse medailles vrijdag op de vierde dag van de EK, die nog tot en met zaterdag duurt.
Steffie van der Peet werd vierde op de 500 meter tijdrit, maar Uneken veroverde brons op de puntenkoers en daarmee de negende plak van de Nederlandse equipe in Grenchen.
Het goud was voor Gulnaz Khatuntseva uit Rusland en het zilver voor de Belgische Shari Bossuyt. Bij de puntenkoers wordt er om de zoveel ronden gesprint om punten. Uneken kwam uit op 22 punten, terwijl Bossuyt en Khatuntseva respectievelijk 28 en 35 punten pakten.
Lavreysen kan deze maand ook WK-goud pakken
Later deze maand staan voor de baanwielrenners in Roubaix ook de WK op het programma. Vorig jaar pakte Lavreysen op de WK in Berlijn drie gouden medailles. Dat was ook zijn missie op de Spelen in Tokio, maar op de keirin moest hij genoegen nemen met brons.
Drie keer goud in Roubaix is onmogelijk voor Lavreysen, want de teamsprinters mogen hun wereldtitel daar niet verdedigen. Het probleem is dat Nederland niet voldaan heeft aan de eisen van de internationale wielerunie UCI, waardoor slechts twee Nederlandse sprinters mogen deelnemen in de Noord-Franse stad. Er zijn drie sprinters nodig om een team te vormen.
De Nederlandse wielerbond KNWU liet afgelopen jaar de wedstrijden om de Nations Cup schieten vanwege de coronapandemie. Deelname aan ten minste een van die wedstrijden was een voorwaarde om op de WK te kunnen starten.