
Handbalsters eindigen als zesde op EK door nederlaag tegen Rusland
Oranje stond halverwege de wedstrijd met 13-18 achter. In de tweede helft wist de regerend wereldkampioen die achterstand niet meer weg te werken.
Nederland werd afgelopen maandag ondanks een overwinning op Duitsland (28-27) uitgeschakeld en eindigde in de hoofdronde met zes punten als derde, achter Noorwegen en Kroatië.
De eerste twee landen in de poule plaatsten zich voor de halve finales en de nummer drie ging door naar het duel om de vijfde plaats. Die strijd was van belang voor de ranking bij toekomstige grote toernooien.
Een jaar geleden werd Nederland in Japan nog voor het eerst in de historie wereldkampioen. Op de laatste twee EK's werd zilver (2016) en brons (2018) veroverd.

Nederland na tien minuten al op ruime achterstand
Oranje begon dramatisch aan de wedstrijd tegen Rusland en stond na tien minuten met 2-7 achter. Vooral Iuliia Managarova vormde met vier doelpunten een plaag voor de Nederlandse defensie.
Onder leiding van Lois Abbingh, die met tien goals topscorer werd, bracht de formatie van Mayonnade het verschil terug tot 7-9. De Russinnen raakten niet onder de indruk en voerden de score in het vervolg van de eerste helft weer op.
Na rust veranderde er weinig aan het spelbeeld. Mede dankzij uitstekend keeperswerk van Viktoriya Kalinina hield Rusland de voorsprong vast, terwijl Angela Malestein en Abbingh ervoor zorgden dat de achterstand van Oranje niet te groot werd.
De strijd was tien minuten voor tijd bij een 29-22-tussenstand in het voordeel van de Russinnen gestreden, waarna Nederland zich mede dankzij een fraaie treffer van Danick Snelder nog iets terugknokte.