
Leerdam verovert met overmacht vierde nationale titel op rij op 1.000 meter
De 24-jarige Leerdam reed naar een tijd van 1.13,58. Daarmee hield de kopvrouw van Jumbo-Visma, die van 2020 tot en met 2022 ook de titel won, de concurrentie meer dan een seconde achter zich.
Tijdens haar rit raakte Leerdam in een bocht haar tegenstander Isabel Grevelt, die daardoor even wankelde. De jury keek na afloop naar het incident, maar besloot de titelverdedigster niet te diskwalificeren.
Antoinette Rijpma-de Jong bleef met 1.14,86 het dichtst in de buurt van de tijd van Leerdam en werd tweede. Zij won eerder dit weekend zowel de 1.500 als de 3.000 meter.

Kok grijpt net naast WK-ticket
Haar zus Michelle de Jong eindigde met 1.14,96 als derde. Femke Kok belandde met 1.15,03 net naast het podium en greep daardoor ook naast een ticket voor de WK afstanden, die van 2 tot en met 5 maart in Thialf plaatsvindt. Leerdam, Rijpma-de Jong en De Jong verzekerden zich wel van deelname aan de WK.
Leerdam domineert dit seizoen op de 1.000 meter. Ze won alle vier de wereldbekerwedstrijden, werd Nederlands en Europees kampioene sprint en dook als eerste vrouw ooit onder de 1.13 op een laaglandbaan.
Zaterdag greep Leerdam bij de NK afstanden nog naast het goud op de 500 meter. Toen moest ze Kok voor zich dulden. Op de 1.500 meter pakte de regerend wereldkampioene sprint vrijdag brons. Ze mag bij de WK dus op drie afstanden starten.