
Schaatsers Dedden en Hekman sprinten naar nationale titel op Weissensee
Het vrouwenpeloton bleef van het begin tot het einde dicht bijeen. Er waren wat afvallers, maar de belangrijkste kandidates voor de titel bleven over. In de sprint was Dedden ongenaakbaar. Ze versloeg ploeggenote Merel Bosma en Sharon Hendriks.
De 29-jarige Dedden is blij dat ze opnieuw de sterkste was. In 2017 pakte ze voor het eerst de nationale titel. "Destijds was ik nog een stuk jonger en was het verrassend. Nu wordt er naar me gekeken en kan ik het toch weer. Dat is heel mooi", zei Dedden tegen ANP.
Het was lange tijd onzeker of er op de Weissensee kon worden gereden deze winter. De afgelopen dagen konden meerdere wedstrijden op het bergmeer niet doorgaan, omdat het ijs door sneeuwval en lichte vorst in een slechte staat verkeerde.
Uiteindelijk konden de marathonschaatsers zondag toch het ijs op. "Daar hebben we echt nog wel aan getwijfeld", reageerde Dedden, die ook niet zeker is van een vervolg. "Ik moet nog maar zien of we woensdag inderdaad de Alternatieve Elfstedentocht kunnen rijden."
Hekman kampte met aandoening
Bij de mannen zegevierde de 34-jarige Hekman. De ervaren rijder was na 122 kilometer de sterkste in de kopgroep. Jordy Harink en Luc ter Haar werden respectievelijk tweede en derde.
Hekman werd na zeges in 2011 en 2015 vandaag voor de derde keer de nationaal kampioen. De nieuwe titel had voor Hekman een bijzondere lading na het vorige seizoen, dat voor hem door ziekte verloren ging. Door een aandoening aan de schildklier was de schaatser bijna gestopt.
"Ik heb echt wel gedacht dat het klaar was. Mijn lijf wilde gewoon niet meer, was helemaal in de war. Als ik ging fietsen, zat ik binnen de kortste keren op een hartslag van 200. Maar het vlammetje bleef van binnen branden. En dat heb ik uiteindelijk weer kunnen aanwakkeren."