
Nuis wil ondanks harde kritiek ploegenachtervolging rijden: 'Dan moet het anders'
Nuis wil niet te arrogant overkomen, benadrukt de drievoudig olympisch kampioen in de catacomben van Thialf. "Maar ik rijd de Amerikanen en Noren allemaal naar huis op de 1.500 meter, dus dat kan ik dan ook op de ploegenachtervolging."
Met het afscheid van icoon Sven Kramer ontstaat er een vacature bij de Nederlandse achtervolgers. Nuis is de voornaamste kandidaat om de komende jaren een drietal met Marcel Bosker en Patrick Roest te vormen: als veelwinnaar op de 1.500 meter lijkt hij het geschiktst voor de teamdiscipline over ruim 3.000 meter.
Nuis werd naar eigen zeggen afgelopen zomer door bondscoach Jan Coopmans al gepolst om de massastart én ploegenachtervolging te rijden. Na twee gesprekken bij hem thuis hoorde hij nooit meer iets van de Limburger. "Daar heb ik een vreemd gevoel aan overgehouden", aldus Nuis.
Het is voor de olympisch kampioen op de 1.500 meter geen reden om de deur dicht te gooien voor de ploegenachtervolging. "Met degene die er volgend jaar over gaat, moeten we een goed woordje spreken. Het moet er sowieso anders uit gaan zien."

'Schandalig hoe het rondom de Spelen ging'
Nuis heeft met stijgende verbazing alle perikelen rondom de olympisch ploegenachtervolging gevolgd. Kramer en Bosker hadden zich op eigen kracht niet geplaatst voor de Spelen, maar werden op voorspraak van Coopmans en technisch directeur Remy de Wit toch geselecteerd omdat ze op de ploegenachtervolging meer medaillekansen zouden hebben dan de gepasseerde Dai Dai N'tab en Tijmen Snel.
In Peking eindigde de ploegenachtervolging in een deceptie voor Nederland: Roest, Kramer en Bosker grepen als topfavoriet naast de medailles en eindigden op een teleurstellende vierde plaats. Het leidde tot een hoop discussie in de schaatswereld over het belang van de ploegenachtervolging, waarop weinig wordt getraind in Nederland.
Nuis: "Hoe kan je als KNSB in godsnaam rijders voor de ploegenachtervolging aanwijzen, terwijl dat ten koste gaat van twee schaatsers met olympische ambities? Ze hopen maar dat het lukt, maar het slaat helemaal nergens op. Of je moet trainen zoals de andere gasten om als land een medaille te pakken. Nu is het alles op rood en hopen dat het lukt. Ik vind het schandalig."
Nuis noemt de Japanse vrouwen van de Nederlandse bondscoach Johan de Wit als voorbeeld van hoe het wel moet. "Vanaf de start gaat het strak, hard en compact. En dat terwijl wij als Nederland individueel de allerbeste schaatsers hebben, behalve op de 5 kilometer."
"Hoe kunnen ze dan beter zijn als je drie rijders bij elkaar zet? Dat kan alleen als ze supergoed met elkaar trainen. Als je de andere landen ziet rijden, schaatsen ze van de voorkant gezien als één persoon. Nederland rijdt half hoog, de achtervolger is zich aan het sparen. Dat gebeurt bij andere landen nooit."

'De ploegen moet je durven loslaten'
Nuis vindt dat de Nederlanders vaker op de ploegenachtervolging moeten trainen. Het zal ook een van zijn voorwaarden zijn in de gesprekken met de schaatsbond, voordat hij zich op het teamonderdeel gaat storten.
Gesproken heeft Nuis daar nog niet over met de leiding van de bond, mede omdat onzeker is of Coopmans volgend seizoen nog bondscoach bij de KNSB is. Het contract van de Limburger, die zwaar onder vuur ligt in de schaatswereld, loopt in juni af.
"Je kan niet zomaar op een kampioenschap drie rijders bij elkaar zetten die het moeten doen tegen twee geoliede machines die er dag in, dag uit op oefenen en waar de neuzen dezelfde kant op staan", aldus Nuis. "Bij Nederland zijn er ploegen die naar elkaar kijken. Dat kan gewoon niet. Je moet gewoon voor je land rijden."
Nuis is niet bang dat hij minder hard gaat rijden op de 1.500 meter als hij ook de ploegenachtervolging gaat schaatsen. "Ik zie het niet als een gevaar. De trainingen lijken op elkaar, ook al gaat het misschien net wat harder op de 1.500 meter. De ploegen moet je durven los te laten. Anders gaat Nederland nooit goud halen."
