Ter Mors en Wüst pakten beiden een ticket voor de WK afstanden (11 tot en 14 februari in Kolomna). Leenstra had zich op de 1500 meter al geplaatst voor dat toernooi op basis van haar resultaten bij de eerste vier World Cups dit seizoen.

Ter Mors reed in Thialf voor het eerst een 1500 meter sinds ze in februari 2014 olympisch kampioen werd op de afstand. In dat jaar pakte ze ook de nationale titel op de 1500 meter.

De schaatsster van Team AfterPay kwam al vroeg in actie en zette direct een scherpe tijd neer: 1.55,56. Wüst was de eerste van de favorieten die zich stukbeet op de tijd van Ter Mors. Ze moest ruim een seconde toegeven.

Ook Leenstra (1.57,68) en Marije Joling (1.58,18) waren beduidend langzamer dan Ter Mors. Antoinette de Jong eindigde op ruim drie seconden als vijfde.

Wüst had mede vanwege een val in de voorbereiding op het seizoen een slechte seizoenstart. Ze plaatste zich niet voor de eerste wereldbekerwedstrijden, maar mag dus wel naar de WK afstanden. 

De Brabantse pakte voor de vierde keer in haar loopbaan een zilveren medaille op de 1500 meter bij de NK afstanden. Ze was zes keer de beste op deze afstand.

Wüst deed bovendien goede zaken voor kwalificatie voor het EK allround. Tijdens de NK wordt een klassementje gemaakt van de 1500 en 3000 meter en de top drie mag op 9 en 10 januari in actie komen in Minsk.