Brammertz wil zijn oorspronkelijke aanklacht tegen Mladic opsplitsen in twee afzonderlijke tenlasteleggingen. Hieronder volgen beknopte beschrijvingen.

PROCES I: 'Srebrenica'. Brammertz wil dat Mladic eerst ter verantwoording wordt geroepen voor de genocide en andere misdaden die onder zijn commando zouden zijn gepleegd in de moslimenclave Srebrenica, in het noordoosten van Bosnië-Herzegovina.

Meer dan 7000 moslimmannen en -jongens werden vermoord na de val van de enclave op 11 juli 1995.

De aanklager kondigde woensdag aan dat hij nog een misdaad wil toevoegen aan de Srebrenica-aanklacht. Het gaat om een moordpartij op 23 juli 1995 in het nabij Srebrenica gelegen dorp Bisina, waarbij meer dan 30 moslimmannen om het leven werden gebracht.

PROCES II: 'Sarajevo, Gemeenten en Gijzelaars'. Dit proces, dat wat Brammertz betreft kan beginnen na de behandeling van de Srebrenica-zaak, belooft veel uitgebreider te worden. Het beslaat een veel langere periode en een veel groter gebied.

In de tweede zaak wil de hoofdaanklager Mladic onder meer het beleg van Sarajevo ten laste leggen. Troepen van Mladic hielden de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina 44 maanden omsingeld. Tanks en sluipschutters zaaiden terreur onder de burgers van de stad. Circa 10.000 mensen kwamen om het leven.

Brammertz houdt Mladic ook verantwoordelijk voor de etnische zuiveringen die tussen mei 1992 en november 1995 werden uitgevoerd in Bosnië-Herzegovina. Daarbij sloegen grote aantallen mensen op de vlucht. Duizenden mensen werden het slachtoffer van ontvoeringen, verkrachtingen en moorden.

In het tweede proces zou Mladic verder terecht moeten staan voor het gijzelen van meer dan tweehonderd VN-blauwhelmen in mei en juni 1995. De Bosnische Serven wilden de NAVO op deze manier dwingen geen luchtaanvallen meer uit te voeren op stellingen van het leger van Mladic.