Oud-minister Kamp nog steeds overtuigd van eigen harde fraudeaanpak
Voor Kamp is het nog steeds klip en klaar: fraudeurs wel beboeten is verstandiger dan om dat niet te doen, zei hij woensdag tegen de parlementaire enquêtecommissie die het fraudebeleid van de afgelopen jaren onderzoekt.
Kamp raakte zelfs een beetje geïrriteerd toen de commissieleden hierop doorvroegen. "Ik begrijp niet goed waarom ik dat moet uitleggen", zei hij.
De politicus vond in 2010 als minister van Sociale Zaken in kabinet-Rutte I dat er nog veel te winnen was op het gebied van fraudebestrijding. Het werd een van zijn speerpunten.
Het regeerakkoord van VVD en CDA (2010-2012), met gedoogsteun van de PVV, was er ook helder over. Er kwam een "hardere aanpak" van uitkeringsfraude. "Fraude met uitkeringen ondermijnt de solidariteit", was de boodschap destijds.
Dat de fraudejacht volledig is ontspoord, werd al duidelijk bij het vorige onderzoek van de Tweede Kamer naar het toeslagenschandaal. De enquêtecommissie probeert er nu achter te komen waarom de overheid een te hard fraudebeleid heeft ontworpen.
Gevoel speelde ook een rol
Er kwam mede dankzij Kamp een strenger beleid, maar dat was niet louter gebaseerd op harde cijfers. Hoewel zijn ambtenaren lieten zien dat 90 tot 96 procent van de uitkeringsgerechtigden hun gegevens eerlijk invulden, had hij het gevoel dat dit percentage hoger moest zijn.
"Je kunt niet uitsluitend afgaan op wat je aangereikt krijgt van medewerkers", aldus Kamp. Hij zocht daarom breder naar informatie. Dat gebeurde tijdens het debat over zijn nieuwe fraudewet bijvoorbeeld door Kamerleden die met opinionderzoeken aan kwamen zetten. Daaruit bleek dat mensen wilden dat fraude harder werd aangepakt.
Kamp voelde zelf ook dat het helpt om iemand een boete op te leggen als een wet overtreden wordt. "Dat is mijn algemene gevoel. Dat is het algemene gevoel van mensen in het land."
Kritiek op hogere boetes
Op Kamps fraudewet kwam al snel kritiek. De Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering bij het maken van wetten, zette vraagtekens bij de "forse verzwaring" van de boetes. De beperkte toename van het aantal fraudegevallen in de jaren daarvoor gaf daar helemaal geen aanleiding toe.
De onderbouwing van Kamp voor hogere boetes rammelt, oordeelde de Raad van State. Het adviesorgaan noemde zijn argumentatie "beperkt". De waarschuwing werd uiteindelijk genegeerd.
Kamp kreeg ook als opdracht mee dat er 180 miljoen euro per jaar opgehaald moest worden met de fraudeaanpak. Althans, dat bedrag stond in het regeerakkoord, het was geen verplichting. Als dat niet zou worden gehaald, dan zou dat betekenen dat er een stuk minder gefraudeerd was dan geraamd. Dat zou al een succes op zich zijn.
Alleen moest die 180 miljoen euro dan wel elders worden opgehoest binnen de begroting van Sociale Zaken.
NUjij: Uitgelichte reacties