Rutte houdt 20 jaar later vol: fraudecheck Somalische Nederlanders was terecht
Waarom heeft Rutte als staatssecretaris Sociale Zaken twintig jaar geleden gemeenten de opdracht gegeven om specifiek Somalische Nederlanders extra te controleren op uitkeringsfraude?
Onder andere dat wilde de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening donderdag van de demissionair premier weten.
Terugkijkend had Rutte best een aantal zaken anders kunnen aanpakken, maar over één ding denkt hij in ieder geval nog hetzelfde: als er bij de overheid signalen van fraude binnenkomen, dan moet je optreden.
"Er was vastgesteld dat er een fraudepatroon is. Als ik toen had gezegd handen onder de billen - ik doe helemaal niets, want het is allemaal heel gevoelig - dan had ik mijn werk niet gedaan", zei Rutte. "Ik moest iets doen. Ik vind het ook verstandig dat we dat hebben gedaan." Rutte noemde het voor de commissie "ondenkbaar" dat hij destijds niet zou optreden.
De kwestie waarvoor Rutte door de rechtbank op de vingers is getikt, draait om de fraudeaanpak van twintig jaar geleden. Daar was hij als staatssecretaris in het kabinet-Balkenende I en kabinet-Balkenende II bij betrokken (zie kader hieronder).
Waarvan werd Rutte als staatssecretaris beschuldigd?
Rutte heeft in zijn periode als staatssecretaris van Sociale Zaken gemeenten aangezet tot rassendiscriminatie, oordeelde de rechtbank in Haarlem in 2007. Rutte had gemeenten gevraagd de inwoners van Somalische afkomst extra te controleren op uitkeringsfraude.
Destijds waren er fraudegevallen onder deze groep bekend. Fraudeurs lieten hun uitkering doorlopen, terwijl ze naar het Verenigd Koninkrijk verhuisden. Deze vorm van fraude kwam niet vaak voor, erkende Rutte destijds. Op zijn ministerie waren "tientallen gevallen bekend". Hij benadrukte zelf ook dat het om "een minderheid binnen de Somalische gemeenschap" ging.
Toch werd de groep inwoners met een Somalische achtergrond hard aangepakt. Zo werd in Haarlem de uitkering van een man stopgezet, omdat opsporingsambtenaren fraude vermoedden. Deze man werd op straat door de ambtenaren aangesproken. Zij wilden zijn huis doorzoeken. Niet omdat er een onderbouwd dossier lag, maar vanwege zijn huidskleur en omdat hij een andere taal sprak. Toen hij weigerde mee te werken, besloot de gemeente zijn uitkering stop te zetten.
Onterecht, oordeelde de rechter later. De rechtbank noemde het beleid van Rutte "discriminatoir", omdat het zich uitsluitend richtte op personen van Somalische afkomst. Volgens de rechtbank was er sprake van discriminatie op grond van ras, "omdat het hier een groep mensen van Somalische afkomst betreft, ongeacht de nationaliteit van de betrokkene". Dat is in strijd met artikel 1 van de Grondwet.
Belastingdienst hielp mensen de financiële vernieling in
De commissie wil erachter komen hoe het zo fout heeft kunnen gaan in de ontspoorde fraudejacht. Want dat de Belastingdienst burgers ten onrechte als fraudeur bestempelde, met alle desastreuze financiële gevolgen van dien, is inmiddels wel duidelijk.
De commissie-Van Dam onderzocht dat. Eind 2020 verscheen het rapport Ongekend onrecht. Het kabinet-Rutte III trad uiteindelijk af vanwege het schandaal.
De rol van de Tweede Kamer en de invloed van discriminerende risicoprofielen werden toen minder belicht. Deze commissie gaat wel met die vragen aan de slag.
Mede daarom was de ondervraging van Rutte zo pikant. Niet alleen omdat de rechter Ruttes beleid "discriminatoir" noemde, maar ook omdat de overheid in die tijd steeds meer met risicoprofielen ging werken.

Risicoprofielen waren vroeger 'geen groot onderwerp'
Onder Rutte als staatssecretaris werd steeds meer fraude opgespoord op basis van persoonskenmerken in plaats van gedrag. Bij die methode bestaat het risico dat mensen onterecht als fraudeur worden bestempeld. Dat is ook gebeurd
Maar daar was toen geen aandacht voor. Ook niet voor het feit dat dit mogelijk discriminatie in de hand werkte.
"Dat is door de jaren heen een ingewikkeld thema geworden", zei Rutte. Hij benadrukte dat er in die tijd nauwelijks werd gewerkt met opsporing op basis van uiterlijke kenmerken. "Het was toen geen groot onderwerp."
In zijn voorbereiding op het gesprek met de commissie had hij één voorbeeld gevonden waarbij dat gebeurde. Bij een proef in Utrecht werd gekeken naar geslacht en leeftijd. Onschuldig, vond Rutte. "Het werd allemaal geaccepteerd. Gemeenten werkten daaraan mee. Toen keek men er anders tegen aan", benadrukte Rutte.
Hoe fraude nu na alle schandalen het best kan worden opgespoord, blijft ook voor hem een zoektocht. "Ik ben ook benieuwd waar jullie mee komen", zei hij tegen de commissie.
Rutte kan er zelf in ieder geval nog verder over meepraten. De commissie nodigt hem nog twee keer uit voor een verhoor onder ede. Een keer als VVD-fractievoorzitter vanaf 2006 en een keer als premier vanaf 2010.
"We zien elkaar nog een keer", besloot Rutte dan ook.
NUjij: Uitgelichte reacties