
Kamer debatteert over toeslagenschandaal: 'Wantrouwen staat nog fier overeind'
Het vorige kabinet - ook onder leiding van Rutte - was schuldbewust na de publicatie van Ongekend onrecht. Het rapport "toont ons een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse overheid", schreef de premier in een eerste reactie.
Er werden destijds zo'n twintig verbeterpunten opgesteld. Zo moest de menselijke maat terug, er zou beter worden geluisterd naar signalen vanuit de maatschappij en de compensatie voor gedupeerde ouders zou worden verruimd en versneld.
Maar er is nog veel werk aan de winkel. Vooral de compensatie verloopt moeizaam. Het moet sneller, vinden veel partijen.
Ook het kabinet wil dat graag, maar waarschuwt dat het niet zomaar gaat. "Er is helaas geen gouden oplossing die ervoor zorgt dat álle gedupeerde ouders op korte termijn hun herstel kunnen afronden, hoe graag wij dat ook zouden willen", schreef Rutte onlangs aan de Kamer.
'Excelsheet denken nog niet weg bij overheid'
SP-Kamerlid Renske Leijten, die het debat aanvroeg, is al jaren nauw betrokken bij het toeslagenschandaal. Niet alleen als aanjager in de Kamer, maar ook als lid van de ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag, die het rapport Ongekend onrecht schreef.
"Er zou meer worden geluisterd naar signalen van burgers, maar ik vind dat nergens terug", zegt Leijten tegen NU.nl. "De menselijke maat zou het uitgangspunt worden, maar ik zie dat het kabinet toch vooral werkt met modellen. Dat Excelsheet-denken is echt nog niet weg bij de overheid."
Dat is volgens Leijten onder meer terug te zien bij Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de afdeling van de Belastingdienst die werkt aan de compensatie voor toeslagenouders.
"Bij de UHT werken zo'n vijftienhonderd mensen die veel contact hebben met gedupeerde ouders, maar zij zijn niet bevoegd om beslissingen te nemen", zegt Leijten. "Als ik die zaakbehandelaars spreek, hoor ik vaak dat veel zaken snel helder zijn: mensen zijn slachtoffer en hebben recht op compensatie. Maar toch ontstaat er vertraging."
Twintigduizend ouders hebben fiscus in gebreke gesteld
De Algemene Rekenkamer schreef vorige week in het verantwoordingsonderzoek dat de UHT de achterstanden nauwelijks heeft ingelopen, ondanks een versnelling van het aantal beoordelingen. "In 2022 hebben ruim twintigduizend ouders de UHT in gebreke gesteld omdat bij hen de wettelijke beoordelingstermijn van één jaar is overschreden", aldus de Rekenkamer.
Dat zo veel mensen de Belastingdienst in gebreke stellen, kan volgens Leijten alleen als de overheid de burgers niet vertrouwt. "Dat is de kern van het toeslagenschandaal geweest. Een wantrouwende overheid. Dat wantrouwen staat nog fier overeind bij de uitvoeringsorganisaties." Dat ligt niet aan de zaakbehandelaars zelf, benadrukt ze.
Toch gaan sommige dingen in haar ogen wél goed. Zo worden schulden van toeslagenouders bij de overheid kwijtgescholden en worden gedupeerden goed geholpen door hun gemeenten.
Belastingdienst doet proef met mediation
De Belastingdienst laat in een reactie weten dat zo'n 60.000 ouders zich als gedupeerde hebben aangemeld. Bijna de helft van die groep (45 procent) heeft recht op 30.000 euro.
Van de dossiers van ouders die die een herbeoordeling willen om te kijken waar zij echt recht op hebben, moet 90 procent begin 2025 zijn behandeld. De overige 10 procent volgt in het half jaar erna.
Dat is een versnelling ten opzichte van eerdere schattingen. Dat komt volgens de fiscus door een reeks maatregelen. Anders zou de behandeling van de dossiers pas halverwege 2027 zijn afgerond.
Ook wordt een proef gedaan met mediation, waarbij een zogenoemde vaststellingsovereenkomst wordt opgesteld, zegt de woordvoerder. Daarin maken een gedupeerde ouder en de Belastingdienst zonder tussenkomst van een rechter afspraken over compensatie. Ook dit zou het proces moeten versnellen.
NUjij: Uitgelichte reacties