
Onderscheid maken tussen vluchtelingen: zo werkt een stelsel met A- en B-status
Alle asielzoekers die in Nederland mogen blijven krijgen dezelfde status. Of iemand nu gevlucht is voor oorlog of vanwege zijn of haar godsdienst. Elke statushouder heeft dezelfde rechten.
Dat is niet altijd zo geweest, maar pas sinds het begin van deze eeuw. Daarvoor kregen vluchtelingen een A- of B-status. Andere Europese landen, zoals buurlanden België en Duitsland, kennen dit nog.
Om het stijgend aantal asielaanvragen het hoofd te bieden willen CDA en VVD vluchtelingen weer indelen in twee categorieën. Er wordt dan gekeken naar de reden van mensen om te vluchten. Mensen die bescherming krijgen omdat ze worden vervolgd vanwege hun godsdienst, seksuele geaardheid of politieke overtuiging krijgen een A-status.
Oorlogsvluchtelingen krijgen een B-status. Het idee is dat deze mensen op den duur, als de oorlog voorbij is, terug kunnen naar hun eigen land. Ze lopen daar, in tegenstelling tot vluchtelingen met een A-status, geen risico op vervolging.
Vluchtelingen met een B-status krijgen minder rechten dan de andere groep vluchtelingen. Zij mogen bijvoorbeeld minder snel hun gezin laten overkomen. Ook krijgt deze groep een verblijfsvergunning die minder lang geldig is. Als de oorlog na die periode niet voorbij is, kan die wel worden verlengd.
CDA en VVD willen door het invoeren van dit stelsel het asielbeleid gelijktrekken met dat van andere landen. Het idee is dat Nederland dan niet aantrekkelijker is voor asielzoekers. De twee partijen hopen dat hierdoor het aantal asielaanvragen afneemt.

Coalitiepartijen D66 en ChristenUnie zijn geen voorstander van het plan. Kamerlid Anne-Marijke Podt (D66) noemt het "onacceptabel" om mensen in oorlogsgebieden "aan hun lot over te laten". Ook Don Ceder (CU) ziet een tweestatusstelsel niet als oplossing. Bovendien denken de partijen dat het in de praktijk onuitvoerbaar is voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Deze overheidsorganisatie beoordeelt de asielaanvragen.
Nederland stapte af van een tweestatusstelsel om het werk van de IND eenvoudiger te maken. Het kabinet-Paars II (PvdA, VVD en D66) nam dit besluit. In 2000 werd de nieuwe vreemdelingenwet aangenomen. Door het hanteren van één status kon een asielaanvraag sneller worden behandeld. Dit moest de werkdruk op de IND verlagen.
Maar het voorkwam vooral veel rechtszaken. Dat komt doordat vluchtelingen liever een A-status hebben. Als ze een B-status kregen, stapten ze naar de rechter om het besluit aan te vechten. D66 en CU vrezen dat dit weer gaat gebeuren, terwijl de IND het werk nu al niet aankan.

De coalitie is dus, zoals zo vaak als het over asiel gaat, verdeeld over het voorstel. Toch zou het een van de plannen zijn waarover binnen het kabinet gesproken wordt om "meer grip te krijgen" op migratie. Dat hebben de vier partijen in het coalitieakkoord afgesproken.
Afgelopen dinsdag sloten ook premier Mark Rutte en de vicepremiers aan bij een overleg op het Catshuis. "Dat betekent dat we richting keuzes maken gaan. We hebben er weer over gesproken en gaan daarmee door", zei staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) na afloop.
Veel meer lieten hij en de andere bewindspersonen niet los. De verwachting is dat het nog wel enige tijd zal duren voor het kabinet met maatregelen komt. Mocht het plan van CDA en VVD ondanks de weerstand van D66 en CU in het pakket zitten, dan zal het niet meteen worden uitgevoerd. Om terug te keren naar een systeem met A- en B-statussen moet eerst de wet weer worden gewijzigd.
NUjij: Uitgelichte reacties