
Verbod op tijdelijke huurcontracten komt er toch ondanks geruzie in de Kamer
Woningen in de vrije sector mogen sinds 2016 tijdelijk worden verhuurd. Het idee was dat dit zou leiden tot een groter aanbod van huurwoningen. Dat bleek niet zo te zijn. Bovendien zorgde het vooral voor onzekerheid voor huurders. Het aanbieden van tijdelijke huurcontracten is populair, omdat verhuurders de huurprijzen onbeperkt mogen verhogen als een nieuwe huurder intrekt.
De Tweede Kamer wil nu een einde maken aan tijdelijke huurcontracten. Een wetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie dat dit regelt leek vorige maand te kunnen rekenen op genoeg steun in de Tweede Kamer, maar de stemming werd voor onbepaalde tijd uitgesteld. Dat kwam doordat VVD en CDA het voorstel wilden aanpassen, wat leidde tot een politieke ruzie met PvdA en CU.
Achter de schermen is de laatste week intensief overlegd. PvdA en CU weigerden het voorstel te verdedigen in de Eerste Kamer als de wetswijzigingen van VVD en CDA zouden worden aangenomen. Het CDA kwam, om dit te voorkomen, donderdag tijdens een extra debat over de kwestie met een nieuw voorstel.
De partij wil een uitzondering voor huiseigenaren die gaan samenwonen, legde Kamerlid Inge van Dijk uit. De nieuwe wet moet het voor deze groep mogelijk maken dat zij in deze situatie hun eigen woning eenmalig tijdelijk mogen verhuren. Als het samenwonen dan mislukt, kunnen zij weer terug naar hun eigen woning. Als het samenwonen slaagt, kunnen zij de woning verkopen. Dat laatste kan nu nog niet als de woning is verhuurd met een vast contract.
Hoewel dit voorstel de bescherming van huurders inperkt, reageerden initiatiefnemers Henk Nijboer (PvdA) en Pieter Grinwis (CU) positief. "We begrijpen dit amendement (wetswijziging, red.) wel en vinden het geen vergelijk met de eerdere amendementen. Misbruik ligt hier niet op de loer", zei Nijboer.
Voorstel VVD ondergraaft doel van nieuwe wet
Dat is volgens Nijboer en Grinwis wel het geval bij het voorstel van de VVD, dat eerst dus ook op steun kon rekenen van het CDA. De partij wil dat huisbazen die hun tweede huis verhuren het recht krijgen om het huurcontract op te zeggen als zij deze woning willen verkopen. Dit gaat dus een stuk verder dan het nieuwe voorstel van Kamerlid Van Dijk (CDA).
Volgens de initiatiefnemers "ondergraaft" dit plan hun wetvoorstel. Nijboer en Grinwis vrezen dat huisbazen contracten laten ontbinden onder het mom van een geplande verkoop, terwijl ze de woning toch behouden. Nu het CDA deze wijziging niet meer steunt, zal het dinsdag bij de stemmingen in de Kamer niet worden aangenomen.
Wel is in de nieuwe wet een optie gekomen om huiseigenaren de mogelijkheid te geven een huurcontract te ontbinden, wanneer ze het huis willen verhuren aan familieleden. Verschillende partijen, zoals VVD, CDA en de PVV lieten tijdens het vorige Kamerdebat weten dat ze hier voorstander van zijn. Nijboer en Grinwis hebben wel nadrukkelijk vastgelegd dat het moet gaan om eerstegraads familieleden, zoals kinderen. Ook moet een rechter oordelen of dit belang van de verhuurder opweegt tegen het belang van de huurder.
Er zijn overigens meer uitzonderingen op de nieuwe wet, bijvoorbeeld voor studenten. Ook moet verhuren voor korte tijd mogelijk blijven.
NUjij: Uitgelichte reacties