
Alles wat je moet weten over je studieschuld en de basisbeurs
De basisbeurs komt na acht jaar terug voor studenten aan de hbo en universiteit. Voor mbo-studenten boven de achttien was de basisbeurs nog van kracht. De coalitiepartijen (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) hebben dit afgesproken in het regeerakkoord. Ze hebben er jaarlijks 1 miljard euro voor uitgetrokken.
Op basis van dit bedrag krijgen alle studenten die recht hebben op studiefinanciering maandelijks een geldbedrag van de overheid. Uitwonende studenten krijgen 275 euro. Thuiswonende studenten ontvangen 110 euro. De precieze bedragen kunnen jaarlijks iets verschillen. Studenten moeten de studiefinanciering zelf aanvragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Deze basisbeurs is een gift, maar als studenten hun diploma niet binnen tien jaar halen, blijft het een lening. Deze schuld moet dan worden terugbetaald.
Veel oppositiepartijen vinden de basisbeurs te laag, maar het kabinet is niet van plan om dit aan te passen. Minister Dijkgraaf benadrukt dat de overheid studenten financieel wil ondersteunen, maar niet volledig in hun levensonderhoud hoeft te voorzien.
Wel krijgen uitwonende studenten in ieder geval het komende jaar een hogere basisbeurs, vanwege de inflatie. Het kabinet maakte op Prinsjesdag bekend dat het gaat om zo'n 165 euro extra per maand.
Een aanvullende beurs moet meer studenten verder helpen. Boven op de basisbeurs krijgt naar schatting zo'n 35 procent van de studenten een aanvullende beurs. De hoogte van dit bedrag hangt vooral af van hoeveel ouders verdienen. Het maximale bedrag dat studenten extra kunnen ontvangen is 416 euro per maand. Ook dit is in principe een gift.
Tijdens een vorig Kamerdebat over de basisbeurs was een meerderheid er voor om de groep studenten die aanspraak kan maken op deze aanvullende beurs groter te maken. Veel Kamerleden hadden zorgen over studenten met ouders met een middeninkomen. Het kabinet heeft daarom besloten de inkomensgrens voor de aanvullende beurs te verhogen. Naar verwachting kunnen daardoor ongeveer 50.000 meer studenten een aanvullende beurs krijgen.
Verder kunnen alle studenten nog extra geld lenen tijdens hun studie. Dit valt niet onder de basisbeurs en moet worden terugbetaald.
Tot zo ver de informatie voor nieuwe en huidige studenten. De 'pechgeneratie' krijgt een eenmalige tegemoetkoming van maximaal zo'n 1400 euro. Dit is de groep studenten die (deels) onder het leenstelsel viel. Zij kregen tijdens hun studie geen basisbeurs. Het aantal mensen met een studieschuld is daardoor flink gestegen. De gemiddelde studieschuld was aan het begin van 2022 bijna 16.000 euro, becijferde statistiekbureau CBS.
De coalitie heeft besloten om deze 'pechgeneratie' te compenseren. Ze hebben afgesproken om hier 1 miljard euro voor uit te trekken. Wat dus neerkomt op maximaal zo'n 1400 euro per (oud)student.
De hoogte van dit bedrag leidde tot flinke kritiek, vanuit 'de pechgeneratie', studentenorganisaties en de oppositie. Maar minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) zei bij het eerste Kamerdebat al dat hij zich moet houden aan de afspraken uit het coalitieakkoord. Het kabinet snapt wel dat het "wrang" is voor deze studenten. Vandaar dat ze "een gebaar" willen maken met de 1 miljard euro.
Wel stapt het kabinet af van het idee om uit te betalen in vouchers. Voormalig studenten die geld hebben geleend, krijgen vanaf 2025 automatisch korting op een schuld of krijgen het bedrag uitbetaald. Maar ook studenten die bewust geen geld hebben geleend onder het leenstelsel krijgen de tegemoetkoming. Zij moeten dit zelf aanvragen.
Na de Tweede Kamer is de Eerste Kamer nog aan zet. Hoewel de oppositie een hogere basisbeurs en tegemoetkoming wenst, houdt de coalitie vast aan de gemaakt afspraken. Om deze reden zal er niet veel meer aan het plan van Dijkgraaf aangepast worden. Het kabinet hoopt dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog voor de zomer behandelt en goedkeurt. Dan kan de basisbeurs in september, aan het begin van het nieuwe studiejaar, ingevoerd worden.

NUjij: Uitgelichte reacties