De overzichten van klimaatuitgaven verschillen per ministerie en er is geen duidelijke definitie van wat wel en wat niet onder klimaatbeleid en klimaatuitgaven valt, concludeert de Algemene Rekenkamer in een woensdag gepubliceerd onderzoek.

"Het gevolg is dat de Tweede Kamer geen consistent beeld krijgt van de klimaatuitgaven", schrijven de onderzoekers aan het parlement. De Kamer heeft door de jaren heen juist gevraagd om duidelijke overzichten van de uitgaven voor klimaatbeleid.

De kosten voor het verlagen van de CO2-uitstoot zullen naar verwachting alleen maar toenemen. Het kabinet wil hier een fonds van maar liefst 35 miljard euro voor optuigen. Inzicht in hoe dat belastinggeld wordt uitgegeven, wordt daarmee alleen maar belangrijker.

"Zonder een eenduidige registratie en een duidelijke definitie van klimaatbeleid en klimaatuitgaven wordt het lastig uw budgetrecht en controlerende taak goed uit te oefenen", zo waarschuwt de Rekenkamer.

Het kabinet werkt als volgt: minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) neemt alle klimaatplannen op in haar begroting, op basis daarvan stelt minister Sigrid Kaag (Financiën) de miljoenennota op waarin de kabinetsplannen voor het komend jaar staan.

Aan minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) de taak om al deze uitgaven en maatregelen inzichtelijk te maken. Dat doet hij ieder jaar via de klimaatnota. Daarbij gebruikt Jetten de informatie van Adriaansens, maar controleert die niet.

Zodoende verschijnen er verschillende bedragen voor dezelfde maatregelen. Dat verschil loopt in een enkel geval zelfs op tot 200 miljoen euro per jaar, schrijft de Rekenkamer.

Kaag schrijft in de regeringsplannen bijvoorbeeld dat de aansluiting van windparken op zee 150 miljoen euro minder kost dan wat haar collega Adriaansens meldt in haar begroting.

Het gaat ook mis bij de sanering van de varkenshouderij. In het algemene overzicht staat dat deze maatregelen tussen 2020 en 2027 44 miljoen euro kosten. Maar op de landbouwbegroting wordt hier 259 miljoen euro voor uitgetrokken. Hier wreekt zich het feit dat ministeries naar eigen inzicht mogen bepalen wat wel en wat niet onder klimaatuitgaven valt.

Naast de verschillende bedragen en een gebrek aan duidelijke definities, merkt de Rekenkamer op dat sommige maatregelen juist indruisen tegen de klimaatdoelstellingen. Het gaat daarbij vooral om de belastingvoordelen voor fossiele bedrijven. Voor dit jaar worden die subsidies geraamd op maar liefst 4,6 miljard euro. Dit staat niet in het overzicht dat het kabinet naar de Kamer stuurt.

Jetten geeft in een reactie aan de Algemene Rekenkamer toe dat sommige ministeries verschillende bedragen gebruiken en belooft beterschap. De Kamer wordt hier op een later moment over geïnformeerd.