Eind november lekte uit dat het kabinet op die datum excuses wil aanbieden. Verschillende kabinetsleden zouden hiervoor afreizen naar zeven voormalige Nederlandse koloniën. Premier Mark Rutte zou de excuses in Nederland maken.

Onder meer de slavernijcomités uitten de afgelopen weken kritiek op het plan. Ze vinden dat het proces te haastig verloopt. Ook is er veel kritiek op de manier waarop het kabinet van plan is de excuses te maken.

Het onderwerp werd donderdag besproken in het Catshuis. Rutte en enkele andere bewindspersonen spraken daar met vertegenwoordigers van het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname over de vraag hoe de Staat moet omgaan met het slavernijverleden. Dat overleg stond al langer gepland.

De slavernijcomités in Nederland, Suriname, Curaçao en Aruba waren het voor dit overleg eens geworden dat de excuses niet op 19 december, maar op 1 juli 2023 moeten worden uitgesproken. Volgend jaar is het precies 150 jaar geleden dat er echt een einde kwam aan de slavernij binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De afschaffing wordt jaarlijks herdacht en gevierd op 1 juli.

Het is onduidelijk of het kabinet aan deze wens tegemoetkomt. Na afloop zei Rutte tegen de pers dat "het proces" ook na 19 december doorloopt. Het volgende belangrijke moment vindt plaats op 1 juli, zei de premier.

Verschillende mensen die bij het overleg op het Catshuis aanwezig waren reageerden na afloop voorzichtig positief. Zo vertelde voorzitter Mercedes Zandwijken van de stichting Keti Koti Tafel dat ze zich "voor het eerst gehoord voelde". Anderen zeiden dat het gesprek constructief was verlopen.

De vertegenwoordigers blijven de komende tijd intensief betrokken bij het proces. Ze zullen verder meedenken over de juiste datum, de invulling van de belangrijke momenten en het verdere herdenkingsjaar 2023.