
Profiel Arib ontkwam aan eerste ronde beschuldigingen, niet aan tweede
Khadija Arib werd geboren in het Marokkaanse Hedami op 10 oktober 1960. Ze kwam op haar vijftiende naar Nederland, waar haar vader als gastarbeider werkte. Ze volgde een opleiding aan de Sociale Academie en studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Arib was voordat ze de politiek inging al maatschappelijk actief. Zo werkte ze onder andere bij het Instituut voor Sociale en Economische Studies in Rotterdam, en bij de Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg in Amsterdam. Daar nam ze het onder meer op voor vrouwen van migranten, die bijvoorbeeld bij scheidingen tegen problemen aanliepen. Arib besefte tijdens gesprekken met ambtenaren dat ze aan die kant van de tafel wilde zitten. Ze wilde direct invloed hebben om er iets aan te kunnen doen.
Ondertussen kwam er een boek van haar uit, Couscous op zondag, over de verhuizing naar Nederland als vijftienjarige dochter van een gastarbeider.
Alleen Van der Staaij was langer actief dan Arib in de Tweede Kamer
In 1998 werd Arib actief in de Tweede Kamer, wat een carrière van uiteindelijk 24 jaar zou worden. Daarmee was ze het op één na langstzittende Kamerlid. Alleen Kees van der Staaij bleef haar voor met 8903 dagen.
Arib hield zich onder meer bezig met medische kwesties en justitiezaken. Ze pleitte voor een Kinderombudsman, die er vervolgens ook kwam.
De positie van vrouwen en kinderen zijn belangrijke onderwerpen voor haar. Dat blijkt ook uit de Kamervragen die zij in haar politieke loopbaan stelde. Zo stelde zij vragen over illegale adoptie uit Nepal, euthanasie, voorlichting over reanimatie, het bevorderen van orgaandonatie en het recht op een ivf-behandeling voor singles.
Opeens had de Kamer een voorzitter van Marokkaanse komaf
In het jaar 2012 deed Arib een gooi naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar dat lukte niet. Anouchka van Miltenburg van de VVD ging er met de winst vandoor.
Vier jaar later, in 2016, was het alsnog zover. Arib werd in dat jaar benoemd tot voorzitter van de Tweede Kamer. Ze versloeg Ton Elias (VVD), Martin Bosma (PVV) en Madeleine van Toorenburg (CDA), die ook zich ook kandidaat hadden gesteld.

In het debat voorafgaand aan de stemming in 2016 ging Arib nader in op tal van vragen. Die gingen niet alleen over haar politieke ambities, maar ook over haar voorkomen. De PVV uitte al eerder kritiek op haar Marokkaanse accent en de VVD wilde weten of de Kamervoorzitter het Engels en Frans wel meester was.
Frans spreekt Arib vloeiend, zei ze. Over haar Engels was Arib duidelijk: "Ik ben geen Frans Timmermans, maar ook geen Louis van Gaal."
Opeens had de Kamer een voorzitter van Marokkaanse komaf. "Daarmee kon ik laten zien dat je als je ergens voor knokt je ook iets kunt bereiken. Dat geldt niet alleen als politicus maar ook op school of werk", vertelde ze tijdens een interview met haar eigen partij PvdA.
Na einde voorzitterschap bleef Arib actief als Kamerlid
In 2020 gaf Arib aan dat ze langer voorzitter van de Tweede Kamer wilde blijven, maar Vera Bergkamp nam het stokje op 7 april 2021 over. Arib bleef daarna actief als Kamerlid, maar na beschuldigingen aan haar adres afgelopen dagen gaf ze aan te vertrekken uit de Kamer.
Het was niet de eerste keer dat er kritiek is op haar functioneren. Ruim een maand voor de verkiezingen in 2021 bracht RTL Nieuws naar buiten dat ambtenaren het vreselijk vinden om met haar te werken. Woorden als "misbruik maken van haar positie, manipulatief en achterbaks" kwamen in de beschuldigingen voorbij.
Het zijn klachten die nu opnieuw opduiken, maar Arib houdt ook nu voet bij stuk en weigert te reageren op kritiek aan haar adres. Ze zegt er alleen over dat het "wemelt van feitelijke, inhoudelijke en procedurele onjuistheden".
Na 8812 dagen in de Kamer houdt Arib het voor gezien in de politiek.