
Minister meldt nog meer klachten over integriteit bij Justitie en Veiligheid
Dat zei de minister van het departement Ferdinand Grapperhaus dinsdagavond in de Tweede Kamer.
Grapperhaus laat de meldingen onderzoeken, meer kon en wilde hij er verder niet over zeggen.
Bij de Inspectie, het orgaan dat binnen Justitie toezicht houdt op uitvoeringsorganisaties op het terrein van justitie en veiligheid, gaat het over "integriteit van uitgevoerd onderzoek".
Zodra het mogelijk is, wordt de Kamer door Grapperhaus nader geïnformeerd. "Ik ben voorzichtig. Ik wil dat het onderzoek niet oneigenlijk wordt beïnvloed door mij. De procedure moet hier worden gevolgd", aldus Grapperhaus.
De bewindsman herhaalde dat er dingen niet goed zijn gegaan. De onafhankelijkheid en integriteit van het WODC moeten boven elke twijfel staan, benadrukte hij. "Alleen dan is er een gelijk speelveld tussen de Tweede Kamer en het kabinet."
Klokkenluider
Grapperhaus kwam met de onthullingen tijdens het debat over een eerdere klacht over de werkwijze van het WODC.
Begin december onthulde Nieuwsuur dat onderzoeken van het WODC door de politiek worden beïnvloed, terwijl de organisatie strikt onafhankelijk hoort te zijn.
Het nieuws kwam naar buiten dankzij oud-medewerker en klokkenluider Marianne van Ooyen. Zij zette in zeven kantjes naar haar leidinggevende gedetailleerd uiteen wat er volgens haar allemaal mis ging bij de organisatie.
Maar zowel WODC-directeur Frans Leeuw als de hoogste ambtenaren op het ministerie deden niets met de brief, waardoor de klacht bij Nieuwsuur terechtkwam.
Van Ooyen oogstte Kamerbreed veel lof voor haar optreden om de onafhankelijkheid van het onderzoeksbureau te blijven verdedigen ondanks de druk vanuit de politiek en van Leeuw zelf.
Reputatie
In het WODC-protocol staat expliciet dat opdrachten vanuit de politiek om onderzoeken op welke manier dan ook te sturen, niet is toegestaan.
De reputatie van het onderzoekinstituut staat hoog in het vaandel. De politiek leunt bij het maken van beleid zwaar op de rapporten en bijbehorende conclusies.
In het geval van de klacht in december gaat het over de beïnvloeding van onderzoeken uit 2013 en 2014 over de effectiviteit van het coffeeshopbeleid van het kabinet. Een politiek zeer gevoelig onderwerp. Juist om die reden zwichtte WODC-directeur Leeuw voor de politieke druk.
Afstand
Grapperhaus heeft inmiddels drie commissies aan het werk gezet die de misstanden onderzoeken. Om die reden wil hij zich nog niet wagen aan voorbarige conclusies.
SP, PVV en SGP drongen er in de Kamer juist aan op directe actie. De partijen willen het WODC fysiek op afstand zetten om de kans op beïnvloeding van ambtenaren te verkleinen. Nu zit het onderzoeksbureau in hetzelfde pand als het ministerie van J en V. Ook zouden de financiële en juridische banden met het ministerie moeten worden doorgesneden.
Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zijn hier in principe niet op tegen, maar willen net zoals Grapperhaus wachten met een definitief oordeel totdat de onderzoeken zijn afgerond.
D66 wilde de huidige onderzoeken breder trekken omdat er nu meer lijken uit de kast komen, maar Grapperhaus ziet daar vooralsnog geen reden voor. "We hebben één zieke, dat wil niet zeggen dat er een epidemie is", aldus de bewindsman.