Dat heeft oud-medewerker Marianne van Ooyen maandag gezegd in actualiteitenrubriek Nieuwsuur.

Van Ooyen had in 2014 intern geklaagd over politieke sturing op het WODC. Die klacht werd vorige maand door Nieuwsuur in de openbaarheid gebracht. Er zou politieke druk zijn uitgeoefend op een onderzoek naar het wietbeleid van de regering. Volgens de klokkenluidster werden onderzoeksvragen en conclusies aangepast. 

Grapperhaus stelde in reactie hierop een meldpunt in waar (oud-)medewerkers van zijn ministerie terechtkunnen met meldingen over politieke beïnvloeding. De rapportages van het instituut, dat onafhankelijk hoort te zijn, gelden namelijk als gezaghebbend. 

Van Ooyen zegt dat ze van (voormalige) collega's gehoord heeft dat ze ''heel bang zijn om te melden", onder meer omdat ze vrezen als ''verrader" gezien te worden. ''Eentje die zegt bijvoorbeeld: ik werk nu bij dit ministerie en dat wil ik graag zo houden."

Dinsdag is er in de Tweede Kamer een debat over de WODC-kwestie.  De oppositiepartijen PVV, SP en GroenLinks hebben al laten weten te willen dat het onderzoeksinstituut wordt weggehaald uit het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat moet de onafhankelijkheid waarborgen van het instituut dat onderzoek doet naar justitiebeleid.