
Staatssecretaris Klaas Dijkhoff tijdelijk minister van Defensie
Dat heeft de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) woensdag bekendgemaakt.
Minister Stef Blok van Veiligheid en Justitie neemt de taken van Dijkhoff op dat ministerie over tot het nieuwe kabinet er is.
Dijkhoff is sinds maart 2015 staatssecretaris op Justitie, nadat Fred Teeven aftrad in verband met de Teevendeal. Daarvoor was hij Kamerlid voor de VVD. Blok zelf was tot in januari van dit jaar minister voor Wonen en Rijksdienst. Hij verving Ard van der Steur als minister van Veiligheid en Justitie toen die aftrad.
De benoeming van Dijkhoff tot minister van Defensie is vrijwel zeker voor een aantal weken. Verwacht wordt dat eind deze maand de formatie wordt afgerond en een nieuw kabinet aantreedt.

Dijkhoff: 'Tijdelijk ministerschap Defensie is geen voorschot op toekomst'
Pechtold
Alexander Pechtold (D66) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) benadrukten dat de toekomst van Hennis en Dijkhoff vooral een zaak van de VVD is. "Ik ga rustig afwachten", zei Pechtold. "Maar het is veel te vroeg na gisteravond om er überhaupt over te praten."
Of Hennis terug kan keren in een volgend kabinet, is volgens Pechtold en Segers aan de VVD. VVD-leider Mark Rutte, die in zijn kabinet Rutte II vijf VVD-bewindspersonen zag vertrekken, wilde er woensdag niets over zeggen.

Zijlstra: 'Benoeming Dijkhoff staat los van formatieonderhandelingen'
Mortierongeluk
Hennis trad dinsdagavond af nadat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) vorige week tot stevige conclusies kwam over fouten die zijn gemaakt door Defensie rondom een mortierongeluk in Mali afgelopen jaar. Hierbij kwamen twee militairen om het leven em raakte een derde zwaargewond.
"Ik ben politiek verantwoordelijk. Ik neem die verantwoordelijkheid ten volle", zei Hennis dinsdag tijdens het debat over de uitkomsten van het OVV-rapport. "Het stopt hier vandaag. Ik stop als minister van Defensie", zo maakte ze daarna bekend.
De raad stelt in het onderzoek dat Defensie ernstig tekort is geschoten in de zorg voor de veiligheid van de uitgezonden militairen. De mortiergranaten waren onveilig en de medische voorzieningen waren onvoldoende, zo concludeerde de OVV.
