
Interview Dijsselbloem: 'Ik zit hier ook met een kater'
Dijsselbloem kan tevreden terugkijken. Nadat de overheidsfinanciën bij zijn aantreden in 2012 totaal uit het lood waren geslagen, ziet de begroting er nu picobello uit.
Dat verandert overigens niets aan zijn behoudende imago als schatkistbewaarder. "Ik hoop dat we nog een paar jaar onze buffers kunnen aansterken."
Het afgelopen jaar leverde Dijsselbloem sowieso een dubbel gevoel op. Want bij de stralende economische cijfers, steekt het monsterverlies van zijn PvdA bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen schril af. "Ik zit dus ook met een kater."
Dit is uw vijfde Prinsjesdag. Went het?
"Ja. het is eigenlijk al mijn zeventiende Prinsjesdag als je mijn jaren als Kamerlid meetelt. Ik weet nog wel in het begin dat ik gezonde zenuwen had."
"De eerste keer dat ik als voorzitter de Eurogroep binnenliep dacht ik: welke houding moet ik aannemen? Wat is mijn rol? Mijn eerste keer bij het IMF was helemaal als een kat in een vreemd pakhuis. Nu is het routine."
"Ik ben twaalf jaar Kamerlid geweest. Dan heb je meer een rol als commentator. Je bent een soort meningenmachine. Als er iets gebeurt, moet je meteen een standpunt klaar hebben. Als minister word je gedwongen meer afstand te nemen en iets zeker te weten wanneer je iets doet. Je acteert meer bezonken."
Dan over de economie. Is de huidige groei fundamenteel, vindt u?
"Dat is moeilijk te zeggen. Het Centraal Planbureau zegt dat we op een structurele groei van 1,5 a 2 procent kunnen rekenen."
"We zitten dit jaar op 3,3 procent groei, dus we zitten daar ver boven. Misschien is dat voor een deel inhaalgroei omdat we een lange recessie hebben gehad."
"Structurele groei kunnen we ook zelf beïnvloeden. Daarom zijn hervormingen belangrijker dan kortetermijn bezuinigingen."
Wie dat vooral kan beïnvloeden is de Europese Centrale Bank. Die pompt nog maandelijks 60 miljard euro in de economie. Hoe gevaarlijk is het afbouwen van dat opkoopprogramma voor Nederland?
"Er zijn mensen die zeggen dat we er alleen maar last van hebben. Denk aan onze pensioenfondsen. Aan de andere kant is de Nederlandse economie er bij gebaat, want er is meer geld beschikbaar en de overheid leent tegen een lage rente."
"Ik denk dat de Nederlandse economie het aankan wanneer de ECB geleidelijk haar steunprogramma afbouwt. De groeikracht is hoog en het vertrouwen is sterk."
Vorig jaar zei u dat het een illusie is dat de Westerse economieën met 3,5 procent op jaarbasis groeien. Dit jaar komen we uit op 3,3 procent. Hoe verklaart u die snelle ommezwaai?
"We hoeven voor de structurele groei niet te denken dat het zo blijft. Het CPB raamt de groei voor volgend jaar op 2,5 procent. Dat is al veel. Het CPB zegt ook nog steeds 1,5 procent of lager voor de langere termijn."
"Het nieuwe kabinet moet zich realiseren dat de kans dat het slechter wordt, veel groter is dan dat het beter gaat. Dat zeg ik niet uit leedvermaak, maar om een reality check te geven."
Kunnen we een volgende crisis aan? Vorig jaar zei u nog van niet.
"Onze staatsschuld gaat richting de 50 procent van het bruto binnenlands product. Ik zit aan de voorzichtige kant en zie liever een schuld van richting de 40 procent."
"Enerzijds staan we er dus goed voor. Anderzijds zijn we superkwetsbaar. We zijn een klein land met een grote exportsector en een grote welvaartsstaat. Met een internationale schok slaat dat meteen naar binnen."
Dus, kunnen we een volgende crisis al aan?
"Ik hoop dat we nog een paar jaar onze buffers kunnen aansterken."
Wilt u wanneer uw termijn als voorzitter van de Eurogroep in januari afloopt door met die baan?
"Dat is niet aan de orde. Ik maak mijn termijn af tot half januari. Daarna is het afgelopen."
Dan bent u Kamerlid.
"Dat ben ik nu al."
Dat blijft u ook?
"Dat vind ik zo’n gekke vraag. Ik heb op dit moment drie functies (minister van Financiën, voorzitter van de Eurogroep en PvdA-Kamerlid, red.), het moet echt niet gekker worden! Vind je het goed als ik daar even niet over nadenk?"
Bij de PvdA-fractie moeten ze het met zijn vieren rooien. Ze tellen u, de andere drie bewindslieden en de Kamervoorzitter niet mee. Er hebben 52.000 mensen op u gestemd. Pakt u voor hen uw Kamerwerk straks voor de komende vier jaar weer op?
"Weet je, ik ga eerst mijn klus als minister afmaken. Stap voor stap. Dan zien we verder."
Wat overheerst: het goede gevoel vanwege de uitstekende overheidsfinanciën die u achterlaat of de bittere nasmaak van de PvdA-verkiezingsnederlaag?
"Goede vraag en moeilijk te beantwoorden. Beide is waar. Je doet je werk voor Nederland, ook als PvdA-politicus. Ik ben er van overtuigd dat Nederland er beter voorstaat dan toen we aantraden."
"Uiteindelijk is de balans voor mij daarom positief. Maar ik ervaar het als een nederlaag dat de PvdA er nu zo slecht voor staat en voel me daar zeer verantwoordelijk voor. Ik zit hier dus ook met een kater."
U staat eigenlijk met een kater op een feestje.
Lachend: "Ja, zoiets. Het is gewoon heel dubbel. Financieel hebben we het goed gedaan, politiek niet."
Spreekt u nog weleens met Diederik Samsom, degene die dit uitstekend begrijpt omdat hij sinds het begin er bijna al die tijd bij is geweest?
"Heel vaak. We zijn onlangs nog een weekendje weggeweest. Ook met Staf Depla erbij. Ooit gingen wij de Kamer in als de drie rode ingenieurs. Toen hebben we bij een huisje ergens in het buitenland tot ’s avonds zeer laat bij een kampvuur gezeten."
Waar hebben jullie het dan over?
"Dat mensen volstrekt niet hebben begrepen dat een aantal dingen zoals we die in Nederland hadden geregeld, zoals de zorg, pensioenen en de huizenmarkt, echt niet vol te houden waren. Die veranderingen zijn nooit door politici besproken met mensen."
"Door die financiële klap in 2009 moesten we ons echt structureel aanpassen. Voor een deel leefde de politiek voor 2008 in een droomwereld. We stonden er goed voor."
Klinken er dan bij zo’n kampvuur ook verwijten?
"Het was niet een fenomeen van de PvdA, dit gold ook voor andere politici."
Maar u zit daar dan met uw politieke vrienden. Dan kun je toch tegen elkaar zeggen: dat hebben we niet goed gedaan?
"Niet in de vorm van verwijten. Died en ik hebben het voortouw genomen bij de kabinetsformatie. Daar zijn wij verantwoordelijk voor. Diederik heeft natuurlijk bijna de verkiezingen gewonnen vier jaar geleden. Laten we dat niet vergeten."
"Samsom zei: het is crisis, ik beloof niets. Ik beloof alleen met mijn sociale kompas de zaken weer op orde. Ik denk, en ik hoop dat Diederik dat ook denkt, dat we dat ook steeds consequent gedaan hebben. Dat was wel hard en ingrijpend."
U schreef in uw slotwoord in de Miljoenennota dat het "een zinderende reis" is geweest. Wordt u, terugkijkend op al die jaren in de politiek, ook een beetje melancholisch?
"Het is een periode die ten einde komt. Daar kijk je op terug. Dingen zijn goed gegaan en dingen zijn slecht gegaan. Ik moet afscheid nemen van dit ministerie."
Uw kamer is al opgeruimd.
"Dat was voor de zomer al zo. Dat nieuwe kabinet kan er natuurlijk zo ineens zijn, dacht ik in mijn optimistische naïviteit. Zo’n lege kamer leidde ook wel tot enige melancholie. Medewerkers kwamen zelfs weer met boeken aandragen, want die vonden het er niet gezellig uitzien. Heel schattig."
"Ik hecht me ook aan de mensen met wie ik hier de afgelopen vijf jaar heb samengewerkt. Die gaan gewoon door, voor mij houdt het op. Daar word je toch wel melancholisch van."