
Tichelaar wil aanblijven als Drentse commissaris van de Koning
Tichelaar zei woensdagmiddag tijdens een spoeddebat in de Provinciale Staten dat hij "aangeslagen maar niet verslagen" is en graag wil aanblijven.
Hij zegt het bedrijf van zijn schoonzus alleen te hebben genoemd als "voorbeeld en suggestie" en bood daarvoor zijn verontschuldigingen aan. "Ik had nooit het bedrijf van mijn schoonzus moeten noemen. Nooit. En ik had gelijk de juiste voorstelling van zaken moeten geven."
"Er werd tien maanden geklooid. Er gebeurde niks in Huize Tetrode. En toen heb ik gezegd: ik wil heel snel een schets op tafel. En toen - en dat had ik nooit moeten doen - heb ik drie namen van bedrijven genoemd."
De PvdA-politicus zei te hebben geconstateerd dat hij in de toekomst meer rekening moet houden met de zweem van belangenverstrengeling. "Ik wil leren van mijn fouten en me inzetten voor vertrouwen, maar dat kost tijd."
Hij sloot zijn betoog af door te beloven dilemma's voortaan eerder te delen met colleges, ambtenaren en de Staten, zodat die hem scherp kunnen houden. ''Ik wil aan dat gevoel werken. Ik sta open voor elke suggestie. Het kan anders en moet beter. Ik hoop dat ik een kans krijg."

Tichelaar door het stof tijdens spoeddebat
Opspraak
Tichelaar kwam afgelopen weekend in opspraak, nadat uit berichtgeving in Dagblad van het Noorden en de Volkskrant bleek dat hij het interieurbedrijf van zijn schoonzus Karin Klinkenberg had voorgedragen voor de herinrichtingadvies van Huize Tetrode, dat eigendom is van de provincie.
Die opdracht was al aan een andere interieurontwerper gegeven door de nieuwe huurder van het pand, maar werd ingetrokken toen bleek dat het de taak van de provincie was.
'Achterkamertjes'
De meeste partijen in Provinciale Staten van Drenthe vroegen bij aanvang van het debat om meer toelichting van Tichelaar over de aanbesteding, voordat ze over zijn politieke lot besluiten.
D66-fractievoorzitter Marianne van der Tol: "De berichtgeving in de media is verwarrend. De ene dag heeft Tichelaar zich wel en de andere dag weer niet met de zaak bemoeid. Daar hebben we nog wel een paar vragen over."
Van der Tol vindt dat Tichelaar geen enkel gevoel heeft laten zien voor wat wel en wat niet kan. Haar partij verwacht dat hij verantwoording aflegt voor zijn handelen. "Een aura van vriendjespolitiek en achterkamertjes is dodelijk voor politici."
Ook de partij van het PvdA-kopstuk wil nadere uitleg van Tichelaar. Daarna kan de fractie pas besluiten of er voldoende vertrouwen in Tichelaar is, aldus fractievoorzitter Roele Goettsch, die de aanleiding voor het debat "zeer triest" noemde.
Alleen de oppositiepartijen SP en PVV maakten snel duidelijk dat ze het vertrouwen in Tichelaar zijn kwijtgeraakt en willen dat hij opstapt. SP-fractievoorzitter Wim Moinat zei: "Een incident is eenmalig. Een tweede keer is echt ernstig." Daarmee verwees hij naar een eerdere kwestie waarbij Tichelaar optrad ten behoeve van een familielid.
De PVV wil zelfs dat Tichelaar wordt ontslagen, zei fractievoorzitter Nico Uppelschoten.
Ontkenning
Afgelopen zaterdag ontkende Tichelaar nog dat hij zich met de aanbesteding had bemoeid, maar later gaf hij in een brief aan de Provinciale Staten toe betrokken te zijn geweest bij de toekenning van de opdracht aan zijn schoonzus. Hij ontkende opzet. "Pas later in het traject, bij het maken van de afspraken voor de eerste presentatie, werd ambtelijk duidelijk dat het om familie ging."
Uit een e-mail in handen van de kranten bleek wat anders. De huisvestingscoördinator van de provincie schreef: "Onze CdK had intussen aan mijn collega gevraagd om wat te gaan doen en heeft interieuradviseur Karin Klinkenberg gevraagd te adviseren".
Zwager
In 2013 raakte Tichelaar al een keer in opspraak toen hij zich als bemiddelaar bemoeide met een conflict tussen zijn zwager en de gemeente Coevorden. Zijn zwager eiste toen 1,5 miljoen euro van de gemeente.
Tichelaar gaf later toe dat hij zich beter niet had kunnen mengen in het conflict maar dat hij "zuiver en integer" te werk was gegaan. Hij beloofde toen aan de Provinciale Staten zich niet meer te bemoeien met zaken waar mogelijk een familielid bij betrokken was.