Universiteiten tellen te veel witte mannen en zijn te veel gericht op onderzoek. Dat gaat ten koste van onderwijstalent, begaafde vrouwen en academici met een migratieachtergrond, zegt Bussemaker in de Volkskrant.

Van het professorenkorps is nu nog maar 17 procent vrouw, constateert de minister. Het streven van de universiteiten de komende drie jaar tweehonderd extra vrouwelijke hoogleraren aan te stellen gaat haar niet ver genoeg.

De universiteiten moeten daarnaast een gezamenlijk actieplan opstellen om meer personeel met een migratieachtergrond aan te trekken, schrijft de minister. Ze dringt er verder op aan benoemingscommissies gevarieerder samen te stellen, omdat de vele blanke mannen in de huidige commissies vaker zouden kiezen voor een sollicitant met dezelfde achtergrond.

Bussemaker liet eerder weten dat ze voorlopig weinig voelt voor verplichte percentages vrouwelijke en allochtone docenten en hoogleraren. Ze noemde zulke quota een laatste redmiddel.

Doordat universiteiten voortdurend nieuwe onderzoeksresultaten van wetenschappers eisen, komt verder het overdragen van hun kennis aan studenten en de samenleving in de knel, aldus Bussemaker. Ze wil dat onderwijsprestaties belangrijker worden in de beoordeling van docenten.