
Rutte moet uitstellen besluit Oekraïneverdrag verdedigen
Nog voordat het debat over de ratificatie dinsdag in de Tweede Kamer van start ging, diende VNL een motie van wantrouwen in.
Volgens Kamerlid Louis Bontes houdt het kabinet Nederland sinds het referendum van 6 april aan het lijntje en heeft het lak heeft aan de democratie.
Hoewel een deel van de oppositie het ongenoegen van Bontes deelt, werd de motie alleen door de PVV gesteund. De SP en PvdD zien liever dat het kabinet na zeven maanden eens een intrekkingswet indient.
Wel is er een breedgedragen ergernis over het feit dat het zo lang duurt voordat het kabinet met een besluit komt.
Deadline
Het kabinet had van de Kamer tot 1 november de tijd gekregen om tot een besluit te komen. Premier Rutte besloot vorige week de deadline opnieuw te negeren, omdat hij in Europa op zoek wil naar steun voor enkele aanpassingen van het verdrag die recht zouden doen aan de zorgen van de nee-stemmers.
Hij wil het verdrag voorzien van een bindende appendix die nog eens duidelijk moet maken dat er geen extra geld naar Oekraïne gaat, dat het verdrag geen opmaat is voor een EU-lidmaatschap en dat Nederland ervoor kan kiezen om af te zien van militaire samenwerking.
Volgens een deel van de oppositie is dat niet nodig. Nee is nee, zeggen de SP, CDA, PVV, SGP, PvdD, VNL en Denk. ChristenUnie en GroenLinks hebben nog niet een duidelijk standpunt ingenomen. Zij zijn in principe voorstander van samenwerking met Oekraïne, maar hebben "er een hard hoofd in" dat Rutte met een acceptabele oplossing kan komen. D66 wil de premier "knarsentandend" meer tijd geven.
Eerste en Tweede Kamer
De oplossing van de premier (het samenwerkingsverdrag van een bindende toevoeging voorzien) moet vervolgens opnieuw door de Tweede en Eerste Kamer en daar heeft het kabinet geen meerderheden. Nu Kamerlid Jacques Monasch zich van de PvdA heeft afgesplitst, telt de coalitie nog maar 75 van de 150 zetels. In de senaat hebben de VVD en PvdA 21 van de 75 zetels.
De verwachting is dat D66 zal helpen het verdrag met addendum door de Tweede Kamer te loodsen, maar dat de sociaal-liberalen kunnen de coalitie in de Eerste Kamer niet aan een meerderheid helpen. Daar is het CDA voor nodig.
Ondanks een smeekbede van de premier in de richting van CDA-leider Sybrand Buma, blijft de christen-democraat onvermurwbaar: hij is voor het verdrag, tegen referenda, maar nu de uitslag nee is, moet die wel worden gerespecteerd.
'Landsbelang'
Of het CDA er in de senaat ook zo over denkt, zal moeten blijken. Twee weken geleden deed Rutte een radeloos emotionele oproep om voor ratificatie te stemmen. Het zou "in het landsbelang" zijn dat de samenwerking met Oekraïne doorgaat, omdat anders de Russische agressie op de Krim, in Oost-Oekraïne en Syrië beloond zou worden. Bovendien zou de instabiliteit in Oost-Europa onwenselijk zijn.
Voorzitter van de CDA-senaatsfractie Elco Brinkman laat de deur tot ratificatie op een kiertje staan. Hij zegt niet op voorhand nee tegen ondertekening, maar wil eerst zien waar het kabinet mee terugkomt uit Brussel.
Premier Rutte zal eerst op de Europese top in Brussel op 15 en 16 december verder moeten onderhandelen met de andere 27 lidstaten en Oekraïne om tot een juridisch bindende verklaring te komen. Daarna zal een nieuw voorstel door de Tweede en Eerste Kamer gaan.