Kernpunten enquêtecommissie woningcorporaties
NU.nl zet de uitwerking hiervan voor u op een rij:
Grenzen
Door grenzen te stellen, wil de commissie voorkomen dat bestuurders binnen de sector commerciële nevenfuncties bekleden en zich weer richten op de kerntaak: het zorgen voor woonruimte voor mensen die daar zelf moeite mee hebben.
Toezicht
Het toezicht moet ook op de schop. De raden van commissarissen, die moeten toezien op goed bestuur van een corporatie, zijn te vaak niet onafhankelijk of deskundig genoeg, vindt de commissie. De functies van beleidsbepaling, uitvoering en toezicht lopen teveel door elkaar heen.
Die rollen moeten gescheiden worden. De minister, in het huidige geval Stef Blok, moet meer als regisseur optreden voor de gehele sector. Ook moet de minister de bevoegdheid krijgen om commissarissen te ontslaan. Op kleiner niveau, bij individuele corporaties, moet de rol van gemeenten en huurdersorganisaties worden versterkt.
Om te komen tot effectief en efficiënt overheidstoezicht op de corporatiesector is het volgens de commissie nodig om "het externe toezicht op de financiën, de bedrijfsvoering en integriteit en de rechtmatigheid te bundelen en onder te brengen bij een onafhankelijke, onpartijdige en krachtige publieke toezichthouder."
Woonautoriteit
Deze publieke toezichthouder moet een nog op te richten Woonautoriteit worden met voldoende bevoegdheden. Nu is het toezicht 'versnipperd', oordeelt de commissie. Zo zijn het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verantwoordelijk voor verschillende aspecten van het toezicht.
De commissie stelt voor om het CFV om te vormen tot deze toezichthouder, iets dat de organisatie wel ziet zitten. "Het is nu aan de politiek om te zorgen dat het voorstel voor een onafhankelijke externe toezichthouder op woningcorporaties wel de politieke eindstreep haalt", zegt CFV-directeur Daphne Braal.
Geld
De commissie wil wat doen aan de constructie dat risicovolle projecten en investeringen van banken en projectontwikkelaars, geen nadelige gevolgen voor hen hebben omdat de sector garant staat.
Een faillissement van een corporatie moet daarom een reële optie worden. Ook moet de bank die een lening verstrekt aan een corporatie, het risico nemen dat die niet wordt terugbetaald. Door niet meer voor 100 procent garant te staan voor leningen, komt er een eigen risico.
Gedrag
Er moet een cultuur- en gedragsverandering binnen de woningcorporatie komen. "Gedrag verbeteren is van groot belang om de corporatiesector in de toekomst te vrijwaren van nog meer incidenten", schrijft de commissie.
De politiek moet voor regelgeving zorgen en erop toezien dat die wordt nageleefd. Worden de regels toch overtreden moet er hard worden opgetreden.
Het vervolgen van fraudeurs binnen de sector moet worden geïntensiveerd. Ook moet er gekeken worden naar de effectiviteit van het integriteitstoezicht waarmee sinds 2010 strafbare feiten zijn gepleegd. De verantwoordelijke minister moet de Tweede Kamer over de voortgang hiervan informeren.
Experimenteren
Tot slot stelt de commissie voor om het mogelijk te maken om binnen en buiten het huidige stelsel van woningcorporaties te experimenteren met andere rechtsvormen. Zodra de rust rondom de sector is teruggekeerd en wet- en regelgeving is vastgelegd, moet dit per wet mogelijk worden gemaakt.
Er moet volgens de commissie gekeken worden naar andere rechtsvormen zoals een huurderscoöperatie waarin huurders gezamenlijk eigenaar van de woningcorporatie zijn. Hier wordt al mee geëxperimenteerd in de praktijk, ook ligt er sinds kort een wettelijke basis om deze vorm mogelijk te maken.
Een alternatieve manier die de commissie voordraagt is een vorm van aandeelhouderschap en private medefinanciering. Hiermee moet het voor corporaties mogelijk worden gemaakt om onder voorwaarden (deels) uit het stelsel te treden.