
Wat u moet weten over de 'wietpas'
De 'wietpas' is een maatregel van het vorige kabinet, maar van de huidige minister van Justitie.
Ivo Opstelten komt als minister van Justitie tijdens het eerste kabinet-Rutte met een plan om overlast en criminaliteit van 'drugstoeristen' tegen te gaan en het coffeeshopbeleid beter beheersbaar te maken. Met de invoering van de clubpas, ook wel 'wietpas' genoemd, worden coffeeshops een soort clubs, waarvan alleen volwassenen die in Nederland wonen lid kunnen worden.
De maatregel wordt op 1 mei 2012 als eerste van kracht in de zuidelijke provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.
Opstelten is op dat moment demissionair minister, want een week daarvoor is het kabinet gevallen na het mislukken van de begrotingsonderhandelingen in het Catshuis. Maar volgens de VVD'er kan de invoering gewoon doorgaan. De bedoeling is dat de wietpas per 1 januari 2013 landelijk wordt ingevoerd.
Veel coffeeshophouders zien de maatregel helemaal niet zitten.
Nog voor de maatregel is ingevoerd, is er veel verzet tegen. Coffeeshophouders zijn bang voor omzetdaling en een opleving van illegale straathandel. In Maastricht sluiten dertien coffeeshops uit protest de deuren, omdat ze uit privacyoverwegingen bezwaar hebben tegen de registratie van hun klanten.
Na ingangsdatum 1 mei groeit de weerstand verder als blijkt dat coffeeshops hun omzet zien dalen en de drugscriminaliteit juist toeneemt.
Onder meer de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam laten weten grote problemen te voorzien als de wietpas ook daar zal worden ingevoerd. Acht Limburgse gemeenten vragen de minister in een brief om uitstel van de landelijke invoering en afschaffing van de registratieplicht voor bezoekers, omdat die daardoor juist eerder drugs op straat zouden kopen.
Het nieuwe kabinet schaft de wietpas toch af.
In het regeerakkoord van PvdA en VVD voor het kabinet-Rutte II wordt afgesproken dat de wietpas en de registratieplicht verdwijnen, en dat gemeenten "lokaal maatwerk" mogen voeren.
Opstelten wordt opnieuw minister van Justitie; eind november schrapt hij de wietpas per direct. De registratie van klanten is volgens hem niet meer nodig, omdat de overlast van drugstoeristen is verminderd.
Wel blijft er een zogeheten ingezetenencriterium van kracht: bezoekers van coffeeshops moeten kunnen aantonen dat ze in Nederland wonen voor ze drugs mogen kopen. Gemeenten krijgen daarbij veel vrijheid, zo mogen ze zelf bepalen wanneer ze gaan controleren. De lokale driehoek - burgemeester, politie en justitie - moet beleid opstellen om de overlast tegen te gaan.
Verzet van coffeeshophouders heeft tijdelijk succes bij de rechter in Maastricht.
Coffeeshop Easy Going in Maastricht had niet gesloten mogen worden omdat het geen buitenlanders weerde, zo oordeelt de rechtbank in april 2013.
Burgemeester Onno Hoes had moeten uitleggen waarom alle buitenlanders geweerd moeten worden, stelt de rechter, wijzend op een protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoes had duidelijk moeten maken waarom een minder vergaande maatregel niet afdoende was.
Coffeeshops in Maastricht, Roermond en Sittard zien in de uitspraak een signaal dat de maatregel onterecht is, en openen begin mei de deuren voor alle buitenlanders. Later beperken ze de verkoop tot Belgen en Duitsers. Drugsverkopers in meer steden in Limburg sluiten zich bij het initiatief aan. De gemeente Maastricht blijft echter handhaven.
Enkele Maastrichtse eigenaars en personeelsleden worden strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld tot boetes en taakstraffen. De burgemeester in Maastricht sluit bovendien dertien coffeeshops voor drie maanden, en een voor zes maanden omdat er een minderjarige klant bediend was. Hoewel die tijd allang voorbij is, zijn vier daarvan nog altijd dicht, in afwachting van een uitspraak van de Raad van State.
De hoogste rechter oordeelt echter anders: beleid om buitenlanders te weren mag wel.
De zaak van twee coffeeshops in Maastricht en Tilburg, die tegen de maatregel blijven procederen, ligt inmiddels bij de hoogste bestuursrechter, de Raad van State. Deze oordeelt juni 2014 dat drugstoeristen wel degelijk mogen worden geweerd, in navolging van het advies van de landsadvocaat.
De rechter stelt dat het voorkomen van drugstoerisme en de bestrijding van georganiseerde criminaliteit legitieme doelen zijn om indirect onderscheid te maken naar nationaliteit van de bezoekers. Er zijn geen andere, minder ingrijpende maatregelen, oordeelt hij.
De uitspraak van de rechtbank in april vorig jaar wordt daarmee van tafel geveegd.