
Godslastering niet langer strafbaar
Een meerderheid van 49 Senatoren stemde voor het schrappen van het verbod, 21 wilden het verbod behouden. Maar de Eerste Kamer had er wel moeite mee.
De Senatoren zijn in de bres gesprongen voor mensen die zich gekwetst voelen als hun geloof beledigd wordt.
Ze roepen het kabinet op te onderzoeken of aanpassing van een ander artikel uit het Wetboek van Strafrecht, 137c, ''genoegzame bescherming'' kan bieden aan deze groep. Een motie daartoe is aanvaard.
Godslastering
Tot nog toe is 'smalende godslastering' volgens artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht verboden. SP en D66 hebben in de Tweede Kamer het initiatief genomen voor afschaffing van deze bepaling.
De partijen vinden dat godslastering niet in het strafrecht thuishoort. Er is overigens al in geen decennia iemand voor veroordeeld. Hun voorstel werd in de Tweede Kamer met ruime meerderheid aangenomen.
Tegenstander van afschaffing van het verbod Roel Kuiper van de ChristenUnie put hoop uit de brede aanvaarding van genoemde motie. ''Het glas is half vol'', zei hij na afloop.
Kuiper had veel liever gezien dat het verbod was gehandhaafd, als 'uitdrukking van wat we samen vinden, dat je elkaar niet krenkt', zei hij. Maar hij hoopt dat als artikel 137c wordt aangepast, de rechter daar iets meer mee kan dan met het huidige verbod op godslastering. ''Daarvoor is de bewijslast erg zwaar.''
Fundamenteel recht
Initiatiefnemer Gerard Schouw van D66 is blij dat zijn voorstel het uiteindelijk toch wel heeft gehaald: ''Vrijheid van meningsuiting is de basis van elke democratische samenleving en een fundamenteel recht. Voor een wettelijke beperking moet een goede reden bestaan, die is er voor dit verbod niet.''
Volgens hem zijn er voldoende waarborgen tegen groepsbelediging, het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld.