
Opstelten regelt opvolger RvS-vicevoorzitter
De minister van Veiligheid en Justitie neemt deze taak over van zijn collega Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken).
Zo komt de weg vrij voor een eventuele kandidatuur van Donner, die dan niet over zichzelf hoeft te beslissen. Zijn naam voert al maandenlang de boventoon in het Haagse fluistercircuit.
Maar premier Mark Rutte bleef er vrijdag bij dat Donner geen kandidaat is. Op dit moment zijn er nog helemaal geen kandidaten, beklemtoonde de premier.
''Het is niet bedoeld om de weg vrij te maken voor de kandidatuur van Donner, maar om alle opties open te houden. Voor alle ministers, behalve de heer Opstelten.''
Te oud
Opstelten (67) is dus de enige die nu al afvalt. Hij mag de procedure gaan leiden, omdat hij te oud is om nog vicepresident te worden van het belangrijkste adviesorgaan van de regering.
Daar komt nog bij dat hij als minister van Justitie aardig bekend is met de Raad van State.
Vreemde vertoning
Rutte verwacht de benoeming van de opvolger van Tjeenk Willink in december. De nieuwe vicepresident moet dan in februari al aan de slag bij de Raad. Tjeenk Willink, die moet vertrekken wegens zijn 70e verjaardag, had na zijn benoeming veel langer tijd om zich op zijn nieuwe functie voor te bereiden.
Fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie vindt het gedoe rondom de Raad van State maar ''een vreemde vertoning''. ''Dit is vlek op vlek'', aldus D66-leider Alexander Pechtold, die vindt dat door trage besluitvorming binnen het kabinet de procedure en personen worden beschadigd.
Rutte
Rutte: ''Dit is een belangrijke benoeming en die ligt altijd gevoelig. Het is aan mij om me niet te laten afleiden. Ik moet ervoor zorgen dat de procedure zorgvuldig is, dat iedereen die wil reageren, kan reageren en dat de juiste persoon wordt benoemd.''
De premier wilde berichten dat hij ook PvdA-leider Job Cohen zou hebben gepolst niet bevestigen of ontkennen. Cohen zelf zegt ''absoluut niet'' voor de functie in te zijn. Hij hoopt wel dat het kabinet nog rekening houdt met de wens van een grote minderheid van de Kamer, die niet wil dat een zittend kabinetslid naar de Raad overstapt.