Dat laat hij vrijdag weten na afloop van de Ministerraad. Hij sluit echter niet uit dat er binnenkort over verhoging gepraat gaat worden. 

In andere landen wordt hiervoor gepleit. Rutte wil echter eerst de implementatie van het noodplan voor Griekenland afwachten.

Net als Rutte is ook de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble geen voorstander van verhoging van het noodfonds.

Volgens hem zou een verhoging van het noodfonds kunnen betekenen dat de kredietwaardigheid van de sterke Eurolanden als Duitsland en Nederland onderuit gaat.

Rutte beaamde dat een verschuiving van de welvaart van Noord- naar Zuid-Europa dreigt.

Momenteel bedraagt het noodfonds 750 miljard euro. Dit is echter onvoldoende indien landen als Italië en Spanje in de problemen komen. Daarom zou er gepraat moeten worden over verhoging van het EFSF naar 2.000 miljard euro.

Komende week wordt in de Tweede Kamer het op 21 juli door de Europese regeringsleiders overeengekomen plan voor het noodfonds besproken.

Rutte besprak ook de jaarlijkse toespraak van de Europese Commissie-voorzitter José Manuel Barroso van afgelopen woensdag.

In zijn jaarlijkse toespraak ging Barosso niet in op het Nederlandse plan van een aparte eurocommissaris voor begrotingsdiscipline.

''Hij is voorzitter van 27 lidstaten van de Europese Commissie. Heel veel landen doen voorstellen om de problemen aan te pakken. Je kunt niet verwachten dat Barroso al die voorstellen langs gaat'', aldus de premier.

Barroso hield woensdag zijn 'staat van de unie' voor het Europese Parlement in Straatsburg. Begin september bepleitte het kabinet dat er een aparte eurocommissaris komt die toeziet op het naleven van begrotingsafspraken.

Het invoeren van eurobonds of een Europese financiële transactietaks, zaken die Barroso wel behandelde in zijn speech, vindt het kabinet helemaal niets, zo benadrukte Rutte nog eens.

Vijf vragen over het noodfonds

Lees alles over de schuldencrisis