
'Wijffels zag mij als bewaker van de missie'
Had u dat heilige vuur vorig jaar bij de verkiezingen nog wel?
“Mijn gedachte vorig jaar was: dit is mijn laatste termijn voor de volle vier jaar. Er is wel het nodige gebeurd sindsdien. Er zit een ander kabinet, wij hebben een verlies te verwerken gehad.”
“Bovendien waren de laatste acht maanden van het ministerschap loodzwaar. Ik was naast minister van Jeugd en Gezin, minister van OCW, vicepremier en had ook nog eens te maken met een bezuinigingspakket van 3,2 miljard. Dat heeft gigantisch veel gekost.”
De evaluatie wees uit dat uw afwezigheid in de campagne een van de redenen van het verlies was.
“Dat ik niet voor 100 procent inzetbaar was heb ik ook als een manco ervaren. De PvdA was uit het kabinet gestapt dus het CDA en de ChristenUnie moesten samen het enorme bezuinigingspakket voor Prinsjesdag samenstellen. Ik kon niet tegen Jan Peter zeggen: ik kan niet meedoen, want ik moet campagnevoeren.”
“Ik had het evaluatierapport niet nodig om te concluderen dat dat gekkenwerk was, maar het kon niet anders.”
U had in 2007 kunnen besluiten om niet het kabinet in te gaan. De partijleider hoort in de Tweede Kamer, vond u altijd.
“Ik heb daar geen spijt van. Die keuze heb ik bewust gemaakt.”
Waarom dan?
“Ik vond dat ik samen met Jan Peter en Wouter het kabinet moest runnen. Toen we in Beetsterzwaag aan het onderhandelen waren dacht ik nog dat ik de Kamer in zou gaan. Wouter ook.”
“Maar toen Bos toch het kabinet in ging heb ik er ook over nagedacht en mensen zeiden tegen me: jullie moeten het met zijn drieën doen, want het is jullie kabinet.”
Was het geen eis van het CDA? Zij wilden toch niet dat u en Wouter Bos zich als partijleider konden profileren in de Kamer?
“Daar is nooit op die manier over gesproken. Nee, Jan Peter zei: ik zou het op prijs stellen als je het kabinet in gaat. Maar de beslissing liet hij aan mij. Er is nooit druk uitgeoefend.”
Ik snap dan nog steeds niet waarom het per se wel moest.
“Het hield ook verband met de verhouding Bos-Balkenende. Die relatie was tijdens de campagne verre van harmonisch. In de loop van de formatie werd dat beter, al zijn het nooit politieke vrienden geworden.”
“Informateur Wijffels zag een taakverdeling, waarbij hij mij zag als bewaker van de kabinetsmissie, omdat ik tussen hen kon bemiddelen.”
Uw vicepremierschap was nodig om de boel bij elkaar te kunnen houden?
“Dat is te negatief. De kracht van Wijffels zit hem erin dat hij een afstandelijke manier van werken heeft. Hij zag zichzelf als procesbegeleider en zei: het is jullie probleem, dus jullie zorgen voor een oplossing. Jullie moeten het doen. Geleidelijk ontstond daardoor een chemie.”
“Ik vond daarom dat het kabinet de meeste kans van slagen had als die drie samen bleven. Ik heb daarbij op de koop toe genomen dat het in strijd was met ons vaste uitgangspunt dat de politiek leider in de Kamer hoort.”
In het evaluatierapport valt verder te lezen dat er sprake is van 'vervreemding' met de ChristenUnie-achterban door de kabinetsjaren. Onderschrijft u de conclusies in het rapport?
“Ik heb het rapport omarmd. Wel heb ik er bij erbij gezegd: sommige conclusies zijn uit te leggen. Maar ik laat het zoals het is.”
Voelt u zich wel aangesproken?
“Zeker.”
De partij is onder uw leiding gegroeid en bovendien tot het centrum van de macht toegetreden. Stank voor dank, zou ik denken.
“Het was niet leuk om te lezen, maar ik herken wel dingen. Ik snap dat de ChristenUnie als te bestuurlijk werd ervaren. We zaten in een coalitie en dus had ik een regeerakkoord te verdedigen.”
“Mensen willen weer het verhaal van de ChristenUnie horen. Mensen hebben recht op een uitgesproken christelijk verhaal.”
Dat betekent dat je alleen maar oppositie kan voeren.
“Ik ga het zetelverlies niet relativeren, maar het is wel de gewoonte dat de kleinste regeringspartij halveert na een periode van regeren. Kijk naar D66. Bij ons bleef het verlies beperkt tot één zetel.”
Dus het verlies was ingecalculeerd?
“Ik heb in 2007 al tegen het partijbestuur gezegd: hoe er rekening mee dat we het risico lopen dat we terugvallen naar drie zetels. Maar de peilingen sterkten ons erin dat we zouden winnen. Er werden ons acht zetels beloofd. Daar zat de teleurstelling.”
Wat moet de koers worden?
“Inhoudelijk staat die niet ter discussie. Het gaat om het herkennen van de christelijke motivatie. We moeten nagaan of we nog wel het hele verhaal vertellen.”
Dat klinkt niet erg concreet. Voorbeeld: er is binnen de ChristenUnie vaak discussie over hoe om te gaan met homoseksualiteit. Zal daarin iets veranderen?
“Er is bij elke partij discussie over onderwerpen. Ook onze leden hebben niet allemaal dezelfde opvattingen.”
Juist voor de ChristenUnie is dit een belangrijk thema. Bovendien concludeerde de evaluatiecommissie dat het homo-standpunt niet helder is.
“Onze standpunten zijn wel helder. Lees het verkiezingsprogramma. Het rapport stelt dat we daar als partij mee worstelen. We hebben een visie over wat van kandidaten voor op de kieslijst mag worden verwacht. Dat verhaal is helder.”
Daarin is bepaald dat de selectiecommissies bij verkiezingen de geaardheid van kandidaten meewegen. Een duidelijk standpunt of het wel of niet kan is er dus niet.
“Het is goed gebruik bij alle politieke partijen dat de selectiecommissie bepaalt of iemand geloofwaardig de partij kan vertegenwoordigen.”
“Daar gaan wij als partij geen gezaghebbende uitspraken over doen. Dan gaan we doen alsof zoiets bepalend is, terwijl dat besproken dient te worden in de geborgenheid van een selectiecommissie. Juist omdat we er zorgvuldig mee om willen gaan.”
Iemand kan er dus nog op afgewezen worden.
“Er kunnen tal van redenen zijn waarom iemand kan worden afgewezen. Als iemand dag in dag uit in het casino zit kan de vraag ook opkomen of diegene een representatieve vertegenwoordiger is van de ChristenUnie. Dat is bij de VVD wellicht geen issue, maar vanuit de christelijke levensstijl kan het wel een overweging zijn.”
Hoe kan dan homoseksualiteit een issue zijn? Mag diegene niet meedoen op de Gay Pride?
“We willen dus juist geen lijstjes met wat wel of niet kan.”