Partijen willen onderzoek VN naar vliegramp Tripoli
In ieder geval VVD, CDA, D66 en SGP vinden dat het tijd is om buiten de Libische autoriteiten om een onderzoek te starten. “De klok tikt in het nadeel van de nabestaanden”, zegt CDA-kamerlid Sander de Rouwe woensdag in het AD. “Hoe langer we wachten des te groter de kans dat gegevens en getuigen verdwijnen.”
D66-voorman Alexander Pechtold vindt dat “kosten noch moeite moeten worden gespaard om duidelijkheid te krijgen”. “Iedereen moet zich tot het uiterste inspannen”, zegt hij tegen De Telegraaf.
Ook de Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu verzocht om contact op te nemen met de VN. “We willen advies over hoe het nu verder moet en of het mogelijk is om zelf met een rapport te komen”, aldus woordvoerder Sandra Groenendal tegen NU.nl. De Raad heeft nog geen reactie van de minister gekregen op het verzoek.
Rapport
Formeel hadden de Libische autoriteiten binnen een jaar na de vliegtuigcrash in de hoofdstad Tripoli die aan 103 mensen het leven kostte, met een onderzoeksrapport over de oorzaak van het ongeluk moeten komen. Nu de opstanden tegen het regime van Muammar Kaddafi en de dooropvolgende burgeroorlog het land sinds februari hebben lamleggen, is dat onhaalbaar geworden.
De Onderzoeksraad Voor Veiligheid liet onlangs al weten dat er sinds het begin van de onrust geen contact meer is geweest met de Libische onderzoekers. De Nederlandse ambassadeur Gerard Steeghs had in februari voor het laatst contact, op dat moment was het onderzoek volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog in volle gang.
Informatie
Internationaal is vastgelegd dat het land waarin een vliegtuigramp gebeurt, de oorzaak van het ongeluk moet onderzoeken en binnen een jaar met een rapport moet komen. Nederland heeft als een van de landen die doden heeft te betreuren, recht op informatie over de voortgang van het onderzoek.
De Franse onderzoeksinstelling Le Bureau d'Enquête et d'Analyses (BEA) is anders dan de Nederlandse Onderzoeksraad wel een “onderzoekende partij” van de vliegramp, omdat het een toestel van Franse makelij betrof.
Het Franse onderzoek naar onder meer de informatie op de zwarte doos van het gecrashte vliegtuig bevindt zich momenteel in de “afrondende fase”, weet Groenendal. “Maar zoals het er nu nog voorstaat, moeten zij hun bevindingen nog steeds voorleggen aan Libië.”
Door het vliegtuigongeluk met de Airbus van Afriqiyah Airways in Tripoli kwamen op 12 mei vorig jaar zeventig Nederlanders om het leven. In totaal overleden 103 van de 104 inzittenden, een 9-jarige Nederlandse jongen uit Tilburg overleefde de ramp als enige.
