
Motie van treurnis voor Verburg om 'Gerda'
Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) dient een motie van treurnis in die kan rekenen op steun van een meerderheid van de Kamer: PvdA, SP, VVD, GroenLinks, PVV, D66 en Rita Verdonk.
De motie heeft geen gevolgen voor de minister, maar is wel een signaal vanuit de Kamer dat de gang van zaken wordt betreurd.
Verburg bood donderdag tijdens het debat wel haar excuses aan en beaamde dat het anders had gemoeten. Maar haar verontschuldiging en de verzekering dat er echt geen tweede glossy volgt, gingen de Kamer niet ver genoeg.
''De minister heeft nog geen begin van een sorry gegeven in haar beantwoording, terwijl een royaal excuus op zijn plaats was'', aldus Kamerlid Ineke van Gent (GroenLinks).
Betreuren
Eerder op de dag liet Verburg in een brief aan de Tweede Kamer weten het verschijnen van de 'Gerda', ter ere van het 75-jarig jubileum van haar ministerie, te betreuren.
Tijdens het spoeddebat werd de uitgave, die dezer dagen bij honderdduizenden lezeressen van de Libelle, Margriet en Flair op de mat valt, Kamerbreed afgekeurd, Verburgs eigen CDA incluis. "Een glossy ter meerdere eer en glorie van het CDA, dat kan echt niet", zei Krista van Velzen (SP).
Van Velzen eiste, samen met de PvdD, PVV en GroenLinks dat de kosten van het blaadje voor rekening komen van het CDA. "We moeten de belastingbetaler schadeloos stellen, die mag niet meebetalen aan de verkiezingscampagne van het CDA", zei Ineke van Gent (GL).
Beeld
"Het magazine heeft door de naam- en vormgeving helaas in uw Kamer het beeld opgeroepen dat het ten doel had de minister van LNV als persoon te profileren", schrijft Verburg in haar brief.
"Dat is nooit de bedoeling geweest en dat zou ook niet gepast hebben in de regels die het kabinet voor overheidscommunicatie hanteert. Ik betreur dat dit beeld is ontstaan en het was beter geweest als ik een andere inschatting had gemaakt."
Balkenende
Premier Jan Peter Balkenende liet donderdag in de Tweede Kamer weten niets te hebben geweten van de glossy. Hij vindt het initiatief niet voor herhaling vatbaar.
Balkenende gaf aan dat het beter zou zijn geweest als de zogeheten voorlichtingsraad was ingelicht over de uitgave.
Op deze manier, met deze vorm en naam, had het niet gemoeten, want die sluit niet aan bij de ''aard en geest van de communicatielijn'', aldus de premier.
Volgens hem is een verkeerde inschatting gemaakt, maar was de intentie achter de uitgave over het ministerie en (demissionair) minister Gerda Verburg wel goed. Maar de uitkomst van het geheel noemt Balkenende ''ongelukkig''; het ontstane beeld ''betreurenswaardig''.