Gemiste signalen, het niet delen van cruciale informatie en versnippering als het gaat om wie de regie voert bij het beveiligen van personen. Dat zijn de punten uit het vernietigende rapport die volgens de OVV beter moeten worden geregeld.

Begin met het centreren van de verantwoordelijkheid, zegt de OVV. Niet de hoofdofficier van justitie op basis van de plaats waar je woont, maar één centrale figuur aan het hoofd van het stelsel Bewaken en Beveiligen.

Dat stelsel is een verzamelnaam voor teams die ervoor moeten zorgen dat een aanslag op een persoon voorkomen wordt. Dat begint met een dreigingsinschatting. Oftewel: hoeveel gevaar loopt een persoon?

Om een goede dreigingsinschatting te maken, heeft het stelsel Bewaken en Beveiligen informatie nodig. Die kreeg het niet of onvoldoende in het geval van Reduan B., Derk Wiersum en Peter R. de Vries. De OVV stelt voor dat het stelsel toegang krijgt tot informatie van opsporings-, veiligheids- en inlichtingendiensten.

Het delen van dit soort informatie ligt uiterst gevoelig. Want als die in verkeerde handen komt, kunnen onderzoeken mislukken. De OVV adviseert dan ook om opsporing, vervolging en de beveiliging van personen als gelijkwaardige taken te zien bij het bestrijden van de georganiseerde misdaad.

Verantwoordelijken voor de opsporing, vervolging en persoonsbeveiliging zouden dus samen moeten bespreken wat er kan worden gedeeld. Zo kan ieder zijn taken naar behoren vervullen, in plaats van enkel op het eigen belang te focussen.

Zo is voor het stelsel Bewaken en Beveiligen duidelijk welke verplichtingen het heeft ten opzichte van de burger. En dat geldt ook andersom: beveiligde personen weten welke rechten en plichten zij hebben.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid, het OM en de politie reageerden positief op de aanbevelingen uit het rapport. Nu is het wachten op de uitvoering.