
Steeds meer ondernemers beginnen een fietsenwinkel
Een stadsfiets, racefiets, vouwfiets of e-bike; in Nederland lijken fietsen niet meer aan te slepen. Dit is ook terug te zien in het aantal fietsenwinkels. De afgelopen jaren bleef het aantal fietsenmakers met zo'n 2.500 gelijk. Maar uit cijfers van het CBS blijkt dat er vorig jaar toch weer aardig wat fietsenmakers bij kwamen. Met een groei van 115 staat de teller nu op 2.615.
Johan Bos (34) uit Amersfoort is een van de vele ondernemers die dit jaar een fietsenwinkel begon. "Ik werkte al zeven jaar in de fietsenbranche en wilde al tijden voor mezelf beginnen." Hij zag dat fietsen in de coronacrisis steeds populairder werden en besloot de gok te wagen. "Sinds mei heb ik de winkel Staalfietsen en gelukkig loopt het behoorlijk goed."
In de fietsenwereld is de concurrentie groot. Om zich te onderscheiden richt Bos zich op duurzame fietsen van de merken Brik, Achielle en Roetz. "De concurrentie met andere fietsenwinkels wordt veel te groot als je bijvoorbeeld alleen Gazelle verkoopt. Dit merk kan je overal vinden." In Amersfoort zijn deze duurzame fietsen alleen bij hem te vinden. "Dat heb ik van tevoren wel even uitgezocht."
Zeven op tien verkochte fietsen zijn nieuw
Voor Bos draait het natuurlijk niet alleen om concurrentie. Met zijn fietsen wil hij ook iets goeds doen voor het milieu. "Ik heb ze geselecteerd op duurzaamheid en gekeken naar lokale productie." Zo produceert Achielle alles in België. En bij Brik gebruiken ze geen fietskettingen maar een cardanas. Deze as wordt ook gebruikt in auto's en gaan veel langer mee dan de fietsketting.
Wel heeft Bos besloten om alleen nieuwe fietsen te verkopen. In Nederland is hier de meeste vraag naar, want ruim zeven op de tien verkochte fietsen zijn nieuw. Dit is een kleine stijging, want vijf jaar geleden was het nog zes op de tien. Nieuwe fietsen zijn alleen niet goedkoop; tegenwoordig wordt er zo'n 1.500 euro aan uitgegeven.
'Als overheid alles stopzet, moet je iets nieuws proberen'
"Fietsen zijn behoorlijk duur", zegt fietsenmaker Wil Valk (60) uit Den Bosch. Daarom verkoopt hij bij zijn zaak Valk Fietsenservice vooral tweedehands (elektrische) fietsen. "Een nieuwe fiets is na twee dagen ook tweedehands." Hij verkoopt ook wat nieuw spul, maar dat doet hij liever niet. "Mensen hebben er vaak het geld niet voor." En het liefst wil hij ook gewoon zijn hobby uitvoeren: fietsen repareren.
"Ik ben veertig jaar automonteur geweest en heb mijn eigen taxibedrijf. Fietsen opknappen deed ik er altijd naast." Maar door de coronacrisis kwam zijn taxibedrijf stil te liggen. "Als de overheid alles stopzet, moet je iets nieuws proberen."
Sinds afgelopen jaar heeft hij dus zijn autogarage omgebouwd tot fietsenwerkplaats en is zijn vrouw de baas over het taxibedrijf. "Ik heb er geen spijt van. Het loopt gelukkig goed. Ik merk dat mensen er graag op uit willen met de fiets. Dus dat is mooi meegenomen voor mijn bedrijf."
De fietsenwinkels van Valk en Bos merken dus nog weinig van hun grootste concurrent: het internet. Toch denkt Bos dat fysieke en online winkels prima naast elkaar kunnen bestaan. "Het internet is handig, omdat je vanaf de bank snel een fiets kan kopen. Maar het is ook fijn als je een proefrit kan maken."