
Hoe winkeliers samen overleven: 'Als het een dooie boel is, red je het niet'
Dat zegt sectoreconoom retail Henk Hofstede van ABN Amro tegen NU.nl.
"Ook al heb je als winkelier een hele mooie winkel, als het om je heen een dooie boel is, alles dichtgespijkerd is en het 's avonds doodstil is, dan ga je het uiteindelijk ook niet redden", meent Hofstede.
"Ik geloof dat je samen met je winkelstraat ervoor moet zorgen dat het er plezierig vertoeven is, dat je leuke events organiseert en dat het schoon is. Je hebt andere retailers nodig om die sfeer goed neer te kunnen zetten."
Passend antwoord
Winkeliers in kleine en middelgrote steden zien het aantal consumenten in de winkelstraten afnemen en de structurele leegstand toenemen. Bovendien voelen ze de hete adem van webwinkels in hun nek. "Ik denk niet dat elk winkelcentrum en elk winkelgebied in Nederland daar een passend antwoord op heeft. En sommige zullen uiteindelijk ook ophouden te bestaan", verwacht Hofstede.
"De gemiddelde winkelcentra van grote steden, wij noemen dat altijd de Bijenkorf-steden, doen het wel goed. Want die hebben aantrekkingskracht van zichzelf", legt Hofstede uit. "Zit jij in de buitencentra, dan wordt het al wat lastiger."
Extra's
"Waarom komt een consument überhaupt nog naar een winkel?", vraagt Hofstede zich hardop af. "Dat is dan toch dat hij in een winkel wat extra's krijgt dat hij online en misschien in een andere winkel ook niet krijgt."
Hofstede is ervan overtuigd dat winkeliers consumenten kunnen blijven trekken met gemak, beleving en expertise. "Beleving is een heel breed begrip, maar dat begint al met het personeel dat in de winkel staat." Ook zouden de ondernemers het voor hun klanten zo aantrekkelijk mogelijk moeten maken om in de winkel te zijn. Hij denkt daarbij onder meer aan mengvormen tussen detailhandel en horeca.
"En expertise: dat je uiteindelijk meer weet dan de klant over het product", benadrukt Hofstede. "Als mensen bijvoorbeeld een moeilijke maat hebben, dan vinden ze het toch prettig om advies in te willigen bij een expert die er verstand van heeft."
Gemeenten
Dit zijn dingen die winkeliers zelf kunnen doen, maar uiteindelijk redden ze het volgens Hofstede niet alleen. Hofstede denkt zelfs nog breder: niet alleen winkeliers, maar ook vastgoedpartijen en gemeenten zouden de handen uit de mouwen moeten steken.
Gemeenten moeten winkelgebieden concentreren, omdat versnippering volgens Hofstede "de doodsteek voor een winkelgebied" is. En vastgoedpartijen kunnen voor schappelijke huren zorgen en werken aan de infrastructuur. Roosendaal is volgens Hofstede een goed voorbeeld van een gemeente die de eigen winkelgebieden grondig heeft aangepakt.
Oppepper
Ondernemer Sjoerd Verbraak uit Roosendaal vertelt dat zijn gemeente onder meer de Nieuwe Markt, voorheen "een open, kaal plein zonder beleving", grondig heeft opgeknapt en aangekleed. Verbraak erkent dat zijn Roosendaal wel een oppepper kon gebruiken.
"Roosendaal was van oudsher dé winkelstad in de regio. Daarvoor kwamen mensen echt van heinde en verre", vertelt Verbraak, onder meer eigenaar van twee winkels in de Noord-Brabantse stad. "De laatste jaren is daar best veel concurrentie bijgekomen. Breda is flink gegroeid als winkelstad. En je ziet dat steeds meer mensen naar de grote steden, zoals Dordrecht en Rotterdam, trekken. En internet, dat is natuurlijk wel iets waar je als fysieke winkel gewoon klanten aan verliest."
"Ze zijn in Roosendaal wel vooruitstrevend geweest door daar een paar jaar geleden al mee te starten", vindt Verbraak. "Ik heb ook een winkel in Breda en in Bergen op Zoom. En ik zie wel dat Roosendaal daar als relatief kleine stad echt in voorop heeft gelopen en al op een heel vroeg moment heeft gesignaleerd dat er een probleem was."
Collectief
De gemeente heeft verder ook een binnenstadsdirectie aangesteld die continu met de uitstraling van de binnenstad bezig is. Verder zijn alle ondernemers in de binnenstad verplicht aangesloten bij de vereniging Collectief Roosendaal. Daar dragen de ondernemers jaarlijks zo'n 200.000 euro aan bij. De gemeente verdubbelt dit bedrag naar 4 ton.
"Van dat bedrag worden alle marketingactiviteiten georganiseerd. Zo is er elke koopzondag een marketingactiviteit." Ook wordt het geld gebruikt om de binnenstad aan te kleden met bijvoorbeeld bloembakken en sfeerverlichting.
"Alle ondernemers in de binnenstad zijn verplicht om daaraan mee te betalen. Hierdoor ontstaat er een hechtere ondernemersclub, die daardoor eigenlijk ook verplicht is om samen op te trekken en er samen iets van te maken", vertelt Verbraak. "Waar vroeger iedereen elkaar zag als concurrenten, moeten we elkaar steeds meer gaan versterken en er gewoon voor zorgen dat die binnenstad beter wordt."
Daar profiteren volgens Verbraak uiteindelijk alle ondernemers van. "Als er een klant voor mij de binnenstad in komt, is er een grote kans dat die ook ergens anders nog winkelt en iets mee zal nemen."
Winkelcentrum
Vastgoedbedrijf Wereldhave heeft daarnaast het overdekte winkelcentrum Roselaar flink vernieuwd. Het is geen toeval dat sneakerwinkel The Athlete's Foot van Verbraak juist in dat winkelcentrum zit: "Als de Roselaar niet was aangepast zoals dat nu is gebeurd, dan waren wij daar nooit gestart."
"De Roselaar is weer helemaal eigentijds en er wordt best veel georganiseerd. Op de koopzondagen is er eigenlijk altijd wel wat te doen." Zo zijn er niet alleen braderieën, maar is er onlangs ook een vlogger voor het winkelcentrum gevonden en wordt regelmatig de bakwedstrijd Heel Roselaar Bakt georganiseerd.
Online
Sinds kort is ook het online platform Roosendaal 24 opgericht. Deelnemende winkeliers gebruiken onder meer Facebook en Instagram om acties van de verschillende winkels onder de aandacht te brengen. "We zijn nu allemaal individueel bezig en iedereen heeft een Facebookpagina. En de een heeft duizend likes en de ander heeft er vijfduizend", legt Verbraak uit. "Maar het is natuurlijk best lastig om individueel voor elke winkel een groot bereik te krijgen. Dus als we dat samen doen, dan is de kans op een groot bereik vele malen groter."
Zelf doet Verbraak sinds november mee aan de koopzondag en organiseert hij extra koopavonden. Ook sponsort hij lokale sportverenigingen en laat hij regelmatig een dj draaien in zijn winkel. "We hebben ook al twaalf jaar een webshop en dus kennen we de online markt ook goed. Alleen we proberen altijd nog wel om publiek gewoon naar de winkel toe te krijgen", vertelt Verbraak.
"Voelen, passen, ruiken. Dat zal internet in principe nooit kunnen vervangen. En je loopt naar de winkel en je neemt het gelijk mee naar huis. Dat blijft denk ik de allergrootste kracht van de fysieke winkel."