Dat maakt Tennet maandag bekend.

Met de plaatsing van 's werelds grootste stopcontact voor windmolens op zee in het Duitse deel van de Noordzee is een nieuwe mijlpaal bereikt. De installatie maakt deel uit van de negende netverbinding van het Duitse windpark en het vasteland van de deelstaat Nedersaksen.

De Europese netbeheerder is in Duitsland bezig met het aanleggen van dertien aansluitingen voor windenergie op zee. Duitsland besloot versneld om te schakelen naar duurzame energie na de kernramp in Japan in 2011.

Het nu geplaatste platform is zo groot als een voetbalveld en zo hoog als een flatgebouw van dertig verdiepingen. Op dit moment zijn er nog drie offshoreverbindingen in aanbouw.

Tegen 2020 wil Duitsland 6.500 megawatt aan transportcapaciteit voor op zee opgewekte windenergie beschikbaar hebben. Met de inbedrijfstelling van windpark Dolwin1 enkele weken geleden, voldoet Tennet nu voor twee derde aan de Duitse doelstellingen voor wind op zee.

Met Dolwin2 zal er in 2016 al rond 5.200 megawatt aan capaciteit beschikbaar zijn voor het transport van offshore-windenergie naar het vasteland.

De verbinding loopt over een afstand van 45 kilometer als zeekabel naar het aanlandingspunt in Hilgenriedersiel. Van daaruit gaat het negentig kilometer ondergronds naar een converterstation.

Bij het project is een groot aantal Nederlandse maritieme en offshore bedrijven betrokken geweest, zoals Boskalis, Deltares, Fugro, ALE, Seaway Heavy Lifting en Visser & Smit Marine Contracting. Het platform is grotendeels gebouwd in Dubai.

Afgelopen jaar maakte het platform een lange reis vanuit de Indische Oceaan via Zuid-Afrika naar een scheepswerf in Haugesund (Noorwegen), waar de elektrische installaties werden afgewerkt.

Ook in Nederland wordt Tennet verantwoordelijk voor de bouw en het onderhoud van offshore platforms voor windenergie. De planning is om vanaf 2019 in de Nederlandse Noordzee jaarlijks een platform op te leveren tot een totaal van 3500 megawatt aansluitcapaciteit in 2023.