
Olympisch goud betekent veel voor Noor Pedersen na zwaar ongeluk in mei
Pedersen dacht de afgelopen maanden steeds minder aan zijn harde valpartij tijdens een trainingsrit op 13 mei, aan het lange wachten op de ambulance terwijl hij in de foetushouding langs de kant van de weg lag, aan de vlucht met de traumahelikopter naar een ziekenhuis in Oslo en aan de operaties die hij daar moest ondergaan.
Maar dinsdag na de finale van de olympische ploegenachtervolging, waarin hij samen met Peder Kongshaug en Hallgeir Engebraten veel te sterk was voor Rusland, kwamen alle herinneringen terug. "Ik heb een ontzettend zware zomer gehad", zei Pedersen. "Daarom betekent het alles voor me dat ik nu weer goud heb gewonnen."
De Noor ging negen maanden voor de Spelen van Peking onderuit toen hij met zijn fiets in een kuil in de weg reed en de controle over zijn stuur verloor. Hij liep een scheur in zijn lever, breuken in zijn linkerhand en rechterarm en diverse kneuzingen en schaafwonden op.
Toen Pedersen na acht dagen het ziekenhuis mocht verlaten, moest hij thuis nog wekenlang een korset om zijn nek dragen, waardoor het lang duurde voordat hij weer heel voorzichtig mocht beginnen met trainen. Pas in augustus, een kleine drie maanden na het ongeluk, stond hij voor het eerst op het ijs.
"Ik was erg down in de zomer, maar gelukkig heeft mijn familie me op de been gehouden", aldus de wereldkampioen op de 5 kilometer van 2019. "Het werd veel beter toen ik weer mocht trainen en mijn lichaam goed reageerde, maar ik wist ook dat ik niet kon verwachten dat ik snel weer bij de wereldtop zou horen."

Pedersen wint race tegen de klok
Pedersen begon aan een race tegen de klok om zich toch nog te plaatsen voor zijn derde Spelen. Vanwege zijn status als de beste Noorse schaatser van de afgelopen acht jaar kreeg hij een aanwijsplek voor de wereldbekers in november en december, waardoor hij kon bewijzen dat hij voldoende hersteld was om het olympische niveau te halen.
De allrounder uit Bergen kwam net tekort voor kwalificatie voor de 5 kilometer, maar hij kreeg wel een plek in het team voor de ploegenachtervolging. "In het najaar heb ik me vooral gefocust op mijn uithoudingsvermogen en weinig snelheidstrainingen gedaan", aldus Pedersen. "Ik was daarom heel nerveus voor mijn eerste teampursuit in Calgary, maar het ging gelukkig meteen heel goed."
Samen met Kongshaug en Engebraten verbeterde Pedersen het nationale record op de ploegenachtervolging, goed voor de tweede plek vlak achter de Verenigde Staten. Twee maanden later was het Noorse trio in Peking duidelijk de sterkste ploeg, eerst door Nederland in de halve finales te verslaan en daarna door in de finale ruim twee seconden sneller te schaatsen dan Rusland.
"Het is makkelijk om te vergeten dat ik in de zomer al moeite had om uit bed te komen", aldus Pedersen. "Toen had ik nooit kunnen denken dat ik nu hier zou staan, met weer olympisch goud. Het is moeilijk om de twee titels te vergelijken, maar ik weet wel dat dit een geweldig gevoel is."