
Dit zijn alle 36 medailles van Nederland op de Olympische Spelen in Tokio
Volg de tag NUmedaille
Goud (10)
Annemiek van Vleuten (wielrennen, tijdrit)
Dubbelvier mannen (roeien)
Niek Kimmann (BMX)
Kiran Badloe (windsurfen)
Sifan Hassan (atletiek, 5.000 meter)
Sifan Hassan (atletiek, 10.000 meter)
Teamsprinters (baanwielrennen)
Shanne Braspennincx (baanwielrennen, keirin)
Harrie Lavreysen (baanwielrennen, sprint)
Hockeyvrouwen
Zilver (12)
Gabriela Schloesser en Steve Wijler (handboogschieten, gemengd dubbel)
Arno Kamminga (zwemmen, 100 meter schoolslag)
Arno Kamminga (zwemmen, 200 meter schoolslag)
Dubbeltwee mannen (roeien)
Vier-zonder vrouwen (roeien)
Tom Dumoulin (wielrennen, tijdrit)
Annemiek van Vleuten (wielrennen, wegwedstrijd)
Sharon van Rouwendaal (openwaterzwemmen)
Anouk Vetter (atletiek, zevenkamp)
Jeffrey Hoogland (baanwielrennen, sprint)
Estafettemannen (atletiek, 4x400 meter)
Abdi Nageeye (atletiek, marathon)
Brons (14)
Anna van der Breggen (wielrennen, tijdrit)
Sanne van Dijke (judo, tot 70 kilogram)
Lichte dubbeltwee vrouwen (roeien)
Merel Smulders (BMX)
Marit Bouwmeester (zeilen, Laser Radial)
Dubbeltwee vrouwen (roeien)
Annemiek Bekkering en Annette Duetz (zeilen, 49erFX)
Femke Bol (atletiek, 400 meter horden)
Maikel van der Vleuten (paardensport, springen individueel)
Emma Oosterwegel (atletiek, zevenkamp)
Nouchka Fontijn (boksen, middengewicht)
Sifan Hassan (atletiek, 1.500 meter)
Harrie Lavreysen (baanwielrennen, keirin)
Kirsten Wild (baanwielrennen, omnium)