De overheidsinstantie verhoogt de tarieven volgend jaar met gemiddeld 10 procent, met uitschieters naar boven tot 18 procent. Dat is volgens het Kadaster noodzakelijk vanwege de teruggelopen inkomsten door de verslechterde vastgoedmarkt.

Maar volgens de NVB kan dat niet door de beugel. ''Dat zouden wij eens moeten proberen: de huizen verkopen niet, dus maken we ze duurder. In tegenstelling tot het Kadaster zijn bedrijven niet in staat om deze extra lastenverzwaringen zomaar door te berekenen'', zegt Coen van Rooyen, jurist van de NVB.

Hij eist dat het Kadaster inzage geeft in de opbouw van de tarieven. Deze mogen volgens de wet niet meer dan kostendekkend zijn.

''We hebben geprobeerd om de stijging zo min mogelijk te houden, we begrijpen dat het vervelend is maar we kunnen niet anders. De tarieven zijn vastgesteld door de minister, die worden niet teruggedraaid'', laat een woordvoerster van het Kadaster weten.

Het Kadaster registreert, beheert en verstrekt gegevens over onroerend goed. Door het inzakken van de huizenmarkt krijgt de instelling veel minder aktes, hypotheekstukken en meetopdrachten te verwerken. Daardoor is er minder vraag naar informatie uit het register.

Het Kadaster heeft ongeveer 1800 mensen in dienst. Om de kosten te drukken gaat dat aantal de komende jaren volgens de Kadasterwoordvoerster omlaag via natuurlijk verloop.

Ook worden er om die reden investeringen uitgesteld. Maar volgens Van Rooyen van NVB zou het Kadaster een reorganisatie moeten doorvoeren om de kosten omlaag te krijgen. ''Zo werkt het in het bedrijfsleven ook'', aldus de jurist.