
NUcheckt: Mogelijk verband tussen bloedgroep en ernstig verloop COVID-19
Op 3 april schreef NUcheckt dat het niet duidelijk is of je bloedgroep invloed heeft op de kans dat je ernstige klachten krijgt door het coronavirus. De aanleiding voor dat stuk waren berichten die op basis van Chinees onderzoek beweerden dat er een verband was tussen het coronavirus en bloedgroep. De berichten over dat onderzoek bleken toen te stellig.
Een NU.nl-lezer wees NUcheckt erop dat er inmiddels meer onderzoek naar dit onderwerp is verschenen. Om deze reden kijken we opnieuw naar de vraag of bloedgroep verband houdt met een ernstig verloop van COVID-19.
Wat is er onderzocht?
Het belangrijkste nieuwe onderzoek naar dit onderwerp kwam, in de vorm van een voorpublicatie, op 2 juni uit. Europese onderzoekers analyseerden 1.610 COVID-19 patiënten in ziekenhuizen in Italië en Spanje. De wetenschappers onderzochten of er genetische kenmerken zijn die de kans vergroten dat iemand met COVID-19 ernstige longproblemen krijgt.
De onderzoekers vonden onder andere dat COVID-19 patiënten die zuurstof of een beademingsapparaat nodig hadden, opvallend vaak overeenkomsten hadden op de plek in het DNA die codeert voor de bloedgroep. De onderzoekers lieten vervolgens zien dat mensen met de bloedgroep A+ relatief vaak last hadden van ernstige longproblemen, terwijl mensen met bloedgroep O juist een kleiner risico liepen.
Mensen met bloedgroep O lopen desondanks nog wel degelijk risico op ernstige klachten bij COVID-19. In Italië had 38 procent van de onderzochte patiënten met ernstige longproblemen bloedgroep O. In een Italiaanse controlegroep zonder vastgestelde COVID-19 had 47 procent bloedgroep O.
De resultaten van het Europese onderzoek liggen in lijn met inmiddels gepubliceerd onderzoek uit een aantal ziekenhuizen in Wuhan in China, waarin werd gevonden dat COVID-19 patiënten in het ziekenhuis relatief vaak bloedgroep A hebben en relatief weinig bloedgroep O. Ook in een ziekenhuis in New York werd gevonden dat patiënten die positief testen op COVID-19 relatief vaak bloedgroep A hebben.
Wat kunnen we concluderen?
Er zijn dus meerdere aanwijzingen gevonden dat er een verband is tussen bloedgroep en ernstige klachten door COVID-19. Maar wat dit verband mogelijk kan verklaren, is nog onduidelijk. Andre Franke, moleculair geneticus aan de Universiteit van Kiel en betrokken bij het onderzoek in Italië en Spanje, zei tegen The New York Times dat hij op dit moment alleen kan speculeren over de manier waarop bloedgroep COVID-19 beïnvloedt. Het is dus ook onduidelijk of de bloedgroep zelf direct een rol speelt; mogelijk hebben mensen met bloedgroep A relatief vaak een andere overeenkomst die de kans op ernstige klachten vergroot.
Welke bloedgroepen zijn er?
- Er zijn vier bloedgroepen: A, AB, B en O. De bloedgroep vertelt welke antigenen iemand op zijn rode bloedcellen heeft. Zo heeft iemand met bloedgroep A, antigeen A op zijn rode bloedcellen. Iemand met bloedgroep AB heeft zowel antigeen A en antigeen B, en iemand met bloedgroep O heeft geen antigeen A en geen antigeen B.
- Bij de bloedgroep wordt vaak ook een plusteken of een minteken vermeld. Dit geeft de zogenaamde resusfactor aan. De resusfactor wordt bepaald door bepaalde eiwitten die wel of niet op je rode bloedcellen zitten. Bij een plus zitten deze eiwitten dus op je rode bloedcellen.
- De bloedgroep is van groot belang bij een bloedtransfusie. Niet iedere bloedgroep kan namelijk aan elke andere bloedgroep bloed doneren. In Nederland komen de bloedgroepen A+ en O+ relatief vaak voor, terwijl B- en AB- juist weinig voorkomen. De onderzoekers in alle in dit artikel genoemde onderzoeken hebben rekening gehouden met de ongelijke verdeling van bloedgroepen onder de bevolking.
Heb jij een bericht of bewering gezien waarvan je de juistheid betwijfelt? Mail naar factcheck@nu.nl en dan gaan wij ermee aan de slag.