
NUcheckt: KNMI moffelde geen hittegolven weg tussen 1901 en 1951
Oordeel: Niet waar
Sinds woensdag is sprake van de tweede landelijke hittegolf van dit jaar en dat is uitzonderlijk. Sinds het begin van de metingen in 1901 zijn twee hittegolven in één jaar slechts drie keer eerder voorgekomen: in 1941, 2006 en 2018.
Critici stellen echter dat er voor 1951 veel vaker hittegolven voorkwamen, maar dat het KNMI die uit de boeken heeft geschrapt. Zo zouden er in 1948 twee hittegolven en in 1947 zelfs vier hittegolven zijn geweest. In totaal reduceerde het weerinstituut het aantal hittegolven tussen 1901 en 1951 van 23 naar 7, aldus diezelfde critici.
Ook enkele NUjij-gebruikers wijzen in reacties onder NU.nl-artikelen over de tropische warmte op de "verdwenen hittegolven". "Misschien zouden die wel gemeld moeten worden", zo stelt een lezer voor.
Waar komt het vandaan?
Klimaatsceptici Marcel Crok, Rob de Vos, Frans Dijkstra en Jan Ruis presenteerden in maart het rapport: Het raadsel van de verdwenen hittegolven. Hoe het KNMI historische hittegolven uit de boeken schrapte (pdf). Hierin concluderen zij dat het weerinstituut "ten onrechte" hittegolven zou hebben laten 'verdwijnen'.
Ook stellen de onderzoekers in het rapport dat het KNMI "extreme temperatuurcorrecties" tot 1,9 graden Celsius toepaste, die "onverdedigbaar" zouden zijn.
Het onderzoek kreeg in maart weinig politieke aandacht. Alleen FVD-voorman en klimaatscepticus Thierry Baudet sloeg er acht op. In de Tweede Kamer kon hij echter niet rekenen op steun voor een door hem aangevraagd debat over het rapport.
Klopt het?
Het klopt dat het KNMI in 2016 de temperatuurreeksen in de periode 1901 tot 1951 heeft gecorrigeerd, liet het weerinstituut afgelopen maart weten.
Als gevolg daarvan daalde het aantal tropische dagen (30 graden of warmer) van 164 naar 76. Het aantal hittegolven werd daarmee teruggebracht van 23 naar 7. Dat kwam niet doordat de definitie van een hittegolf veranderde. Er is sprake van een hittegolf als het minstens vijf dagen op rij 25 graden of warmer is, waarvan ten minste drie dagen met een temperatuur van minimaal 30 graden.
Maar wat was dan de reden dat het KNMI drie jaar geleden besloot om de eigen metingen uit de eerste helft van de vorige eeuw bij te stellen? En gebeurde dit ten onrechte, zoals Crok en anderen beweren?

Een Stevensonhut (links) en pagodehut (rechts) op het terrein van het KNMI in De Bilt. (Foto: KNMI)
Veranderingen in meetomstandigheden
Klimaatonderzoeker Theo Brandsma deed in 2016 onderzoek naar de temperatuurcorrecties van het KNMI. In zijn rapport Pagodemetingen in De Bilt beschrijft hij dat dit om twee redenen is gebeurd. Enerzijds omdat het KNMI begin jaren vijftig de meetplek van een beschutte naar een open locatie heeft verplaatst. En anderzijds omdat het KNMI in diezelfde periode op een ander type meetstation is overgegaan. Het weerinstituut stapte over van een zogeheten pagodehut op een zogeheten Stevensonhut.
Als er dergelijke veranderingen in meetomstandigheden optreden, spreekt het KNMI van inhomogeniteit, oftewel een kunstmatige breuk of trend in een temperatuurreeks.
In het ideale geval zijn er parallelmetingen beschikbaar, waarbij de temperatuur een aantal jaren tegelijk in zowel de nieuwe als de oude hut gemeten wordt. Bij de homogenisatie van meetstations in Den Helder, Groningen, Vlissingen en Maastricht rond 1950 vonden dergelijke parallelmetingen plaats.
In De Bilt gebeurde dat echter deels. Voor de overstap van de pagodehut naar de Stevensonhut zijn wel parallelmetingen verricht, maar voor de verplaatsing niet. Waarschijnlijk omdat "last minute" werd besloten om de hut te verplaatsen aldus het KNMI.
Om die reden corrigeerde het weerinstituut de metingen van De Bilt aan de hand van parallelmetingen van Eelde. Dit meetstation in Drenthe is volgens het KNMI qua ligging het best te vergelijken met het station in De Bilt.
Twee redenen voor temperatuurcorrecties
- Het KNMI verplaatste begin jaren vijftig de meetplek van een beschutte locatie naar een open plek.
- Het KNMI ging in diezelfde periode over van een pagodehut op een Stevensonhut.
Hogere temperaturen in de pagode
Brandsma kwam er tijdens zijn onderzoek achter dat het in de zomer warmer is in de pagodehut dan in de Stevensonhut. Dit kwam doordat de pagodehut, in tegenstelling tot de Stevensonhut, aan de onderkant open is. Daardoor gaat de straling van de zon via reflectie richting de thermometer. Brandsma staafde dit door op het grasveld van het KNMI beide type meetstations naast elkaar te zetten en tegelijk metingen te laten verrichten.
Daarnaast stond de thermometerhut van het KNMI voor 1951 op een door bomen en bebouwing beschutte locatie. Omdat in de buurt van de oude locatie een nieuwbouwwijk is gekomen, heeft het KNMI de oude situatie proberen na te bootsen door een vergelijkbare, beschutte plek op het KNMI-terrein te vinden.
Vervolgens bleek dat met name de minimumtemperatuur op een beschutte locatie hoger is dan op een open locatie. Ook de maximumtemperatuur was hoger, maar die verschillen waren kleiner.

De pagodehut en Stevensonhut in 1951 op de oude locatie op het terrein van het KNMI in De Bilt. (Foto: KNMI)
Conclusie
Het KNMI besloot in 2016 zijn metingen van 1901 en 1951 te corrigeren, omdat deze metingen zijn verricht met behulp van een pagodehut, die op een beschutte plek stond. Tegenwoordig maakt het KNMI gebruik van de betrouwbaardere Stevensonhut en vinden de metingen plaats op een open veld. Om de data gelijk te trekken, vond een zogeheten homogenisatie plaats.
In de praktijk betekende dit dat de gemeten temperaturen tussen 1901 en 1951 naar beneden werden bijgesteld. Hierdoor bleven er plotseling minder zomerse dagen (25 graden of hoger) en tropische dagen over. Het gevolg daarvan was dat ook een aantal hittegolven sneuvelde. Dit is gebaseerd op gedegen onderzoek van het KNMI zelf.
We beoordelen de stelling "het KNMI heeft drie jaar geleden ten onrechte een groot deel van de hittegolven in de periode 1901-1951 geschrapt" als niet waar.
Heb jij een bericht of bewering gezien waarvan je de juistheid betwijfelt? Mail naar factcheck@nu.nl en dan gaan wij ermee aan de slag.
NUjij: Uitgelichte reacties