Orkaan Ian veroorzaakte afgelopen nacht grote schade in Florida. Een vloedgolf van 3,6 meter hoog zorgde voor grote overstromingen en twee miljoen huizen zitten zonder stroom. Voor zover bekend zijn er op het vasteland geen doden gevallen. Dat komt door tijdige waarschuwingen en evacuaties van 2,5 miljoen mensen. Sterker nog: het Amerikaanse KNMI waarschuwde al in mei om extra voorbereid te zijn. Hoe kon de weerdienst dat weten?
Zo goed als alle Amerikanen weten wanneer ze mogelijke orkanen kunnen verwachten: in de zomer en de herfst. In de Verenigde Staten noemen ze die periode hurricane season, het orkaanseizoen. Dit loopt officieel van juni tot en met november, maar de zwaarste stormen komen meestal in september en oktober.
Het ene orkaanseizoen is het andere niet. In sommige jaren is het maandenlang rustig, terwijl in andere jaren orkanen op elkaar volgen als naderende vliegtuigen bij een landingsbaan. Of het een rustig, gemiddeld, of extra gevaarlijk orkaanseizoen wordt, kunnen de Amerikanen tegenwoordig ruim van tevoren voorspellen. "Tref voorbereidingen en ken je risico's", zei het Amerikaanse KNMI (NOAA) in mei, toen het een bovengemiddeld sterk orkaanseizoen voorzag.
In de maanden erna zouden volgens het klimaatinstituut in totaal 14 tot 21 grote stormen volgen. Zes tot tien van die stormen zouden uitgroeien tot orkanen, waarvan drie tot zes tot zware orkanen. Orkanen zijn zwaar vanaf categorie 3.
Voordat Ian in de nacht van woensdag op donderdag in Florida aan land ging, bereikte die bijna orkaankracht 5 - een zwaar buitenbeentje dus.
0:44
Verwoestende orkaan Ian richt ravage aan in Florida
Verwoestende orkaan Ian richt ravage aan in Florida
Sleutel tot orkaanverwachting ligt in Grote Oceaan
Door zowel de lucht als de oceanen in de gaten te houden, kan NOAA vrij betrouwbare voorspellingen doen.
Amerikaanse orkanen ontstaan in de Atlantische Oceaan. Maar de kracht van het orkaanseizoen wordt bepaald in de Grote Oceaan, ten westen van de VS. Daar waaien dit jaar extra harde passaatwinden. Die blazen warm tropisch water naar Indonesië en Australië. Gelijktijdig welt er voor de Amerikaanse westkust juist koud water omhoog uit grote diepten van de oceaan. Dit weerfenomeen wordt La Niña genoemd en is te herkennen aan de blauwe wig op onderstaande kaart.
Blauw water is relatief koud, geel en rood water warmer dan normaal.Foto: NOAA
Westenwinden blazen top van orkanen af
Het koele water voor de westkust van de VS zwakt westenwinden op grote hoogte af. Als die westenwinden sterk zijn, kunnen ze de top van een orkaan of tropische storm afblazen. De storm kan dan niet verder uitgroeien, valt uit elkaar en wordt ongevaarlijk.
Zo heeft de VS tijdens La Niña eigenlijk altijd een onstuimiger orkaanseizoen. En dat valt maanden van tevoren al te voorzien. De omgekeerde situatie doet zich voor tijdens El Niño. De VS heeft dan meestal een rustiger orkaanseizoen.
Ook in Azië kunnen orkaanverwachtingen daarop worden gebaseerd. Daar is het verband juist omgekeerd: als de VS de ene na de andere orkaan te verduren heeft, is het in de Filipijnen meestal rustiger dan normaal.
Vaker afzwaaiers door klimaatverandering
Dan is er tot slot nog klimaatverandering. Dat leidt niet tot een toename van het aantal orkanen, maar wel tot een toename van de orkaankracht. Ook brengen orkanen door klimaatverandering meer regen mee.
Door opwarming van de oceanen kunnen orkanen bovendien vaker afzwaaien naar gebieden die voorheen werden gespaard. Een voorbeeld daarvan is orkaan Sandy die in 2012 de stad New York trof.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen