
Vier hotspots van klimaatverandering die de toekomst van Nederland bepalen
Tezamen bepalen die plekken de toekomst van onze zomers, winters, rivieren en kustlijn. Het gaat om de Azoren, de Irmingerzee, Grindelwald en Amery.
Te beginnen bij de Azoren: dat is een eilandengroep in het midden van de Atlantische Oceaan, op een derde van de afstand van Portugal naar de Verenigde Staten. Warme tropische lucht daalt er van grote hoogte naar beneden. Daardoor is het er meestal zonnig en droog, en is de luchtdruk er hoog.
Dat hogedrukgebied wordt groter door klimaatverandering, blijkt uit onderzoek dat onlangs verscheen in Nature. Spanje en Portugal krijgen hierdoor minder regen in de winter en worden mede daardoor heter in de zomer. Die extra Spaanse hitte kan de kiem leggen voor (extra warme) hittegolven in Nederland.
De klimaathotspot van de Azoren is ook in onze winter belangrijk. Dat komt doordat de lucht er op kilometers hoogte extra sterk opwarmt. Die warmte vormt in de wintermaanden een motor achter westenwinden, die dan extra veel regen en zachte lucht naar Nederland sturen.
Waar in de winter westenwinden toenemen, kan in de zomer het tegenovergestelde gebeuren. Dat hangt samen met een gebied in de Noord-Atlantische Oceaan bij de zuidpunt van Groenland, dat de Irmingerzee heet.

'Coolspot' Irmingerzee kan langdurige droogten veroorzaken
De Irmingerzee is een gebied waar oceaanwater in grote draaikolken van het oppervlak naar de zeebodem duikt. Klimaatverandering verkleint de kracht van die draaikolken, waardoor minder warm oceaanwater wordt aangezogen (via de 'warme Golfstroom').
Daardoor is de Irmingerzee de enige plek op aarde die meetbaar kouder wordt als gevolg van klimaatverandering. En dat merken we ook in Nederland. Niet aan de temperatuur, maar aan de windrichting.
Dat komt doordat in de zomermaanden warme lucht over het koele oceaanwater blaast en daar sterk afkoelt. Die lucht wordt daardoor zwaarder en 'stapelt zich op', waardoor er hogedrukgebieden kunnen vormen. Klimaatmodellen verwachten dat deze zomerse hogedrukgebieden wat naar het oosten afdwalen en rond de Noordzee komen te liggen.
Daardoor krijgen wij 's zomers juist minder wind, waardoor langdurig hetzelfde weertype kan aanhouden. Bijvoorbeeld een droge hete periode, of stortbuien die niet van hun plek gaan.

Hotspot Grindelwald knijpt toevoer zoet water af
Wereldwijd gaat de opwarming in gebergten ongeveer twee keer zo snel als in het laagland. En omdat Europa het continent is dat het sterkst opwarmt, spannen de Alpen de kroon.
Die Alpen zijn belangrijk voor Nederland. Dat komt doordat we niet alleen een kustland zijn, maar ook een rivierdelta. Onze belangrijkste rivier, de Rijn, ontspringt in Zwitserland. En als wij een droge zomer hebben, zijn Zwitserse gletsjers een belangrijke bron van zoet water.
Met een gecombineerde lengte van ruim 30 kilometer ligt bij het dorp Grindelwald de belangrijkste (dubbele) Rijngletsjer. Het is ook een van de snelst smeltende gletsjers van de Alpen, die tegen het einde van deze eeuw vrijwel geheel verdwenen kan zijn. En zonder toevoer van smeltwater kunnen Rijnstanden tijdens hete, droge zomers nog lager uitpakken.
Ondertussen neemt 's winters de regenval juist toe in het hele Rijnstroomgebied. Het rivierwater gaat dus steeds sterker op een neer. Die wisselende rivierstanden werken weer door op een ander groot klimaatprobleem: zeespiegelstijging.
Amery houdt meters zeespiegelstijging op slot
Terwijl veel aandacht gaat naar de Noordpool en Groenland, hangt de zeespiegeltoekomst van Nederland juist af van de ijskappen rond de Zuidpool. Dat komt door zwaartekrachteffecten. Die vergroten langs de Nederlandse kust het effect van Antarctisch ijsverlies, terwijl we hier juist maar weinig merken van het slinken van de Groenlandse ijskap.
De zwakste plek van Antarctica is de Amundsenzee, een inham in het westen, waar onder andere de instabiele Thwaitesgletsjer in uitmondt. De West-Antarctische ijskap dreigt daar 'leeg te lopen' in de oceaan. Als die helemaal verdwijnt, veroorzaakt dat circa 5 meter zeespiegelstijging.
Maar de echte achilleshiel ligt misschien wel duizenden kilometers verderop, precies aan de andere kant van de ijskap. Daar ligt de Amery-ijsplaat. Dat is een klein onderdeel van de reusachtige Oost-Antarctische ijskap, die er uitsteekt over een kleine inham van de oceaan. Opwarmend oceaanwater kan er onder het ijs komen.

10.000 kilometer achter de horizon wordt onze kustlijn getekend
Daardoor kan het ijs er gaan afbrokkelen, en dat zal voor Nederland niet zonder gevolgen blijven. Dat komt doordat de Oost-Antarctische ijskap zeer groot is. Als maar 5 procent smelt, geeft dat wereldgemiddeld al bijna 3 meter zeespiegelstijging.
En langs de Nederlandse kust zal dat dan nog een meter extra zijn, want de uitvergroting door zwaartekrachteffecten is voor ons het sterkst bij ijsverlies langs de oostrand van Antarctica.
Zo wordt onze klimaattoekomst voor een belangrijk deel bepaald door plekken die ver van ons vandaan liggen en misschien niet het meest iconische front van klimaatverandering zijn.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen
NUjij: Uitgelichte reacties