
Klimaatvraag: Kunnen we in de toekomst stoppen met energie importeren?
Volg onze berichtgeving over het klimaat
Het overgrote deel van onze energie komt momenteel uit het buitenland. Veel auto's rijden op aardolie, we verwarmen ons huis met aardgas en ook onze elektriciteit wordt grotendeels nog opgewekt met fossiele brandstoffen die we uit andere landen halen.
Maar zonne- en windenergie krijgen een steeds grotere rol. In 2030 moet al 70 procent van onze elektriciteit uit deze hernieuwbare bronnen komen, waarbij we dus niet afhankelijk zijn van het buitenland. Ondertussen gaan we deze groene elektriciteit ook vaker gebruiken in onze auto's en om onze gebouwen te verwarmen.
Vandaar de vraag van NUjij-gebruiker Jan_Van_Speijk: "Is het mogelijk om met zonnepanelen en windmolens onze eigen energie op te wekken, zonder import van buiten Nederland?"
Meer klimaat op NU+
Groene waterstof speelt belangrijke rol
Over ons toekomstige energiesysteem is nog veel onzeker. Om de vraag toch te beantwoorden, kijken we naar vier scenario's die vorig jaar in opdracht van het kabinet zijn opgesteld. Daarin worden de mogelijkheden geschetst voor het jaar 2050, als Nederland klimaatneutraal moet zijn.
Belangrijke kanttekening is dat de scenario's uitgaan van een geslaagde energietransitie: in deze voorbeelden lukt het inderdaad om over te stappen van olie en gas naar hernieuwbare energie. Of dat ook echt gaat gebeuren hangt af van politieke wil, economische factoren en technologische vooruitgang.
In twee van de vier scenario's is Nederland vrijwel geheel zelfvoorzienend. We wekken zoveel zonne- en windenergie op, dat er niet of nauwelijks energie hoeft te worden geïmporteerd. Belangrijk is in deze scenario's wel dat de elektriciteit uit zon en wind voor een deel wordt opgeslagen in accu's of omgezet in waterstof.
De batterijen dienen als opslag voor de korte termijn: ze worden overdag opgeladen als de zon schijnt, en lopen 's avonds en 's nachts weer leeg als het donker is. Waterstof kan worden gebruikt voor opslag op de langere termijn: 's zomers worden zoutcavernes en lege aardgasvelden gevuld met overtollige waterstof. Als het 's winters koud is en we meer energie verbruiken, wordt deze voorraad ingezet.
Bij deze twee scenario's wordt er rekening mee gehouden dat de industrie, luchtvaart en scheepvaart krimpen of in ieder geval niet groeien. De industrie die wel blijft bestaan, gaat op elektriciteit of groene waterstof draaien.
Alternatief: wél een internationale energiemarkt
De onderzoekers van consultancybureaus Berenschot en Kalavasta stelden ook twee scenario's op waarin Nederland wél onderdeel wordt van een internationale markt voor energie, net als nu.
Onze elektriciteit halen we dan nog steeds vooral uit wind- en zonne-energie, maar we hebben minder capaciteit nodig omdat we deze elektriciteit niet of nauwelijks omzetten in waterstof. Dat halen we bijvoorbeeld grootschalig uit Noord-Afrika, waar het goedkoper kan worden gemaakt met de zonne-energie die daar volop beschikbaar is.
In de 'internationale' scenario's blijven industrie, luchtvaart en scheepvaart groeien. Daarvoor is naast (geïmporteerde) waterstof ook meer groen gas nodig, dat we maken uit biomassa als afval of mest.
Volgende kabinet staat voor moeilijke keuzes
Theoretisch gezien kan Nederland volgens dit onderzoek dus bijna volledig zijn eigen energie gaan produceren. Dat heeft een groot voordeel: afhankelijkheid van het buitenland kan pijn doen bij plotselinge prijsstijgingen, zoals we momenteel merken aan de hoge gasprijzen.
Maar ook volledige energieonafhankelijkheid heeft zijn nadelen. Er is meer ruimte nodig: met name het platteland zal flink veranderen, en op de Noordzee wordt het passen en meten om voldoende windmolens te kunnen plaatsen, waardoor er minder ruimte is voor de natuur. Het laten krimpen van de industrie heeft bovendien gevolgen voor economie en werkgelegenheid.
Dit zijn dus theoretische scenario's, die geen rekening houden met technologische haalbaarheid of betaalbaarheid. Rond de introductie van groene waterstof is bijvoorbeeld nog veel onzeker, omdat dit nu nog niet op grote schaal wordt gemaakt. Zonder waterstof (of een andere duurzame energiedrager die onze zonne- en windenergie kan 'opslaan') zal het nooit lukken om zelfvoorzienend te worden.
Nederland zal hoe dan ook niet exact een van de vier doorgerekende scenario's volgen, maar keuzes die in de komende jaren worden gemaakt hebben al wel gevolgen voor de richting die we inslaan.
Daarom moet "zo vroeg mogelijk in de volgende kabinetsperiode" een nationaal plan voor het energiesysteem van 2050 worden opgesteld, schreven demissionair staatssecretaris Dilan Yesilgöz-Zegerius en demissionair minister Stef Blok (Economische Zaken en Klimaat) vorige week aan de Tweede Kamer. Dat zal mede bepalen hoe afhankelijk we in de toekomst van het buitenland zijn voor onze energievoorziening.
Heb jij ook een klimaatvraag? Stuur hem naar jeroen.kraan@nu.nl en wie weet wordt hij in de komende weken beantwoord.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen