
Gaat de ontbossingsdeal van Glasgow het Amazonewoud (nu echt) redden?
Volg het klimaatnieuws
De belofte werd in 2014 ook al eens gedaan, tijdens de klimaattop in New York: per 2030 zou er een einde komen aan ontbossing, en vóór 2020 werd een halvering beloofd. Daar is niets van terechtgekomen.
"Ontbossing is toe- in plaats van afgenomen", schrijft de organisatie achter het New Yorkse akkoord. "Het herstel van bossen gaat zeer langzaam. Er is maar een fractie van de financiering beschikbaar die nodig is om bossen te redden en herstellen."
En dat terwijl de situatie nijpend is. Voor het Amazonewoud dreigt een 'kantelpunt': als er te veel bos verdwijnt, zullen grote delen van het regenwoud een savanne worden, met als gevolg een enorme vermindering van de biodiversiteit en de capaciteit om CO2 op te slaan.
Milieuorganisaties reageerden meteen sceptisch op de Glasgowdeal, des te meer omdat deze niet bindend is. Dat is riskant, denkt Merijn van Leeuwen, bossenexpert bij het Wereld Natuur Fonds (WNF). "Ik hoop dat dit een eerste stap is naar een wel bindend akkoord, dat gewoon valt onder het Parijsakkoord. En dat we elkaar er dus ook aan gaan houden."
'Bolsonaro staat alleen'
Toch zijn de afspraken van Glasgow op sommige vlakken een doorbraak. Zo is het voor het eerst dat Brazilië meedoet; het eerdere akkoord van New York werd getekend door enkele deelstaten, maar niet door de nationale regering. Bovendien wordt nu een flinke smak geld toegezegd: ruim 16 miljard euro voor de komende vijf jaar, waaronder 170 miljoen uit de Nederlandse staatskas.
De vraag is of de regering van de Braziliaanse president Bolsonaro ook écht een andere koers gaat varen. Dat is best mogelijk, denkt Kees Koonings, hoogleraar Brazilië Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Brazilië staat diplomatiek onder druk om ontbossing tegen te gaan, en kan sinds de verkiezing van de Amerikaanse president Joe Biden bovendien niet meer rekenen op steun van de regering-Trump.
"Bolsonaro staat toch wel een beetje alleen", denkt Koonings. "Hij heeft van Brazilië een soort diplomatieke pariastaat gemaakt, zeker op dit thema." Ook de exportmarkt, voor producten als rundvlees en soja, staat onder druk door het slechte imago van Brazilië. Dat kan financieel pijn doen. "De Europese markt is voor de Braziliaanse agrosector van cruciaal belang."
Ontbossing moet vóór 2030 stoppen
Er is dus niet alleen een rol weggelegd voor de landen die ontbossing binnen de eigen grenzen moeten stoppen. Ook landen als Nederland, die veel soja importeren uit Brazilië, kunnen helpen om de economische drijfveer achter ontbossing weg te nemen.
Deze maand presenteert de Europese Commissie naar verwachting een nieuwe bossenwet, die de import van producten uit recent ontbost gebied aan banden moet leggen. "Als we een strikte wet krijgen, zal dat landen als Brazilië of Indonesië ook helpen om zelf hun handhaving te verbeteren", denkt Van Leeuwen van het WNF. "Want zij hebben belang bij een goede handelsrelatie met de Europese Unie."
Dat het mogelijk is om ontbossing tegen te gaan, heeft Brazilië zelf al laten zien. Met strenge wetten en handhaving werd de kap in het Amazonewoud vanaf het begin van de eeuw sterk teruggedrongen. Maar in de afgelopen vijf jaar neemt die juist weer toe, onder meer omdat Bolsonaro heeft gesneden in de budgetten van de toezichthouders.
Daar moet dus weer geld naartoe, zegt Van Leeuwen, liefst ruim vóór 2030. "In acht jaar kan op dit tempo nog heel veel vernietigd worden."
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen