
NU+ Alleen een Ford-sticker op Verstappens Red Bull zou niet vreemd zijn
Stickers vertellen zelden het hele verhaal. De naam van een automerk of andere sponsor op de motorkap betekent niet dat dit merk de motor ook daadwerkelijk maakt. Dit fenomeen heet badging, iets wat Cadillac ook beoogt met het nieuwe Andretti-team. De Renault-motor moet daarbij doorgaan voor Cadillac-krachtbron. En Red Bull gaat de motor voor 2026 vooral zelf bouwen in de nieuw opgetuigde fabriek in Milton Keynes.
Red Bull vertoonde afgelopen seizoen nog een fraai staaltje badging, door de Honda-motor in te schrijven als Red Bull Powertrains (RBPT). Grote verwarring was het gevolg, maar het ging uiteindelijk slechts om een paar letters op papier. Red Bull besloot de krachtbron voor 2023 weer in te schrijven als RBPT-Honda.
Verstappens team voerde dit kunstje al eens eerder op: van 2016 tot en met 2018 werd de Renault-motor TAG Heuer genoemd.
De letters TAG in TAG Heuer staan voor Techniques d'Avant Garde. Dit bedrijf, in 1977 opgericht door de Arabische zakenman Akram Ojjeh, was eerder betrokken bij een belangrijke badging-deal. TAG investeerde begin jaren tachtig in een turbomotor die McLaren drie rijderstitels en twee constructeurstitels opleverde. Het bedrijf bouwde die motor alleen niet zelf: dat deed Porsche. Maar terwijl Niki Lauda en Alain Prost de zeges aaneenregen, stond er louter groot TAG Turbo op de auto. De naam Porsche was nergens te bekennen.

Zelfs de succesvolste motor ooit droeg de naam van een ander
Die motor verving in 1983 bij McLaren de Cosworth DFV, de bekendste badge-motor uit de Formule 1-geschiedenis. Deze legendarische V8 is met twaalf rijderstitels de succesvolste krachtbron van de koningsklasse, en al die successen kwamen op naam van Ford. Maar Ford betaalde slechts de bonnetjes. De motor werd ontworpen en gebouwd door het Engelse Cosworth. Uiteindelijk nam Ford de motorenspecialist wel over.
Mercedes deed hetzelfde met het bedrijf Ilmor, dat tegenwoordig door het leven gaat als Mercedes AMG High Performance Powertrains. Deze fabriek, waar de succesmotoren van het afgelopen decennium werden gemaakt, is wel eigendom van het Duitse automerk. Maar dat geldt niet helemaal voor het succesteam zelf.
Het fabrieksteam Mercedes is maar voor een derde van moederbedrijf Daimler. Verder is het eigendom eerlijk verdeeld over CEO Toto Wolff en de Britse miljardair Jim Ratcliffe, bekend van het bedrijf INEOS. Van een puur fabrieksteam is dus geen sprake, laat staan dat de auto's daadwerkelijk in de Mercedes-autofabriek worden gemaakt.

Nieuwe naam, andere kleuren, zelfde team
Sterker, toen Mercedes de renstal in 2010 kocht heette die nog BrawnGP, wat weer het restant was van het Honda-fabrieksteam. Tot de Japanners de stekker er eind 2008 plotseling uittrokken. Het Mercedes-team is dus het oude Honda-team, dat daarvoor het oude British American Racing was, dat weer bestond uit het oude Tyrrell-team waarvoor Jos Verstappen in 1997 nog racete. Verstappen senior en Lewis Hamilton hebben uiteindelijk dus voor hetzelfde team geracet.
Dat geldt overigens ook voor Jos Verstappen en zoon Max Verstappen, in tweevoud zelfs. Red Bull Racing werd in 1997 opgericht als Stewart Grand Prix (waarvoor Jos Verstappen in 1998 racete), waarna Ford er later het Jaguar Team van maakte en het vervolgens weer doorverkocht aan Red Bull. Max Verstappen debuteerde in 2015 voor Toro Rosso, dat eigenlijk het oude Minardi is. Voor dat team reed Verstappen senior in 2003 zijn laatste Grands Prix. Tegenwoordig heet het AlphaTauri, naar een kledingmerk van Red Bull.
Nieuwe kleuren, een nieuw bord aan de muur, een nieuwe naam op de auto: het gebeurt regelmatig in de Formule 1. Alpine is een mooi voorbeeld. Dat ging de afgelopen decennia door het leven als Benetton, Renault, Lotus Renault, Lotus, weer Renault en uiteindelijk dus Alpine. En al die tijd werden de auto's in dezelfde fabriek in Enstone gebouwd, waarschijnlijk door dezelfde mensen. Alleen omdat Renault het sportwagenmerk Alpine nieuw leven inblies, kreeg het Formule 1-team de huidige naam.

Specialistische bedrijven doen zich voor als fabrieksteam
De Alpine-fabriek is daadwerkelijk eigendom van Renault, maar grote automerken die het racen uitbesteden aan de specialisten is een wereldwijd bekend fenomeen in de autosport. Er zijn diverse specialistische bedrijven die raceauto's bouwen én inzetten. Ferrari is een unicum in de Formule 1 door als enige merk de auto én de motor daadwerkelijk in de autofabriek in Maranello te bouwen.
Maar de Hypercar die dit jaar meedoet aan de 24 uur van Le Mans wordt gerund door raceteam AF Corse. En de Ferrari 296GT3 die bij de GT's meedoen in deze legendarische race worden zelfs niet in Maranello gebouwd, maar door de Franse specialist Oreca.
En zo zijn er in de Formule 1 zelf ook talloze voorbeelden. Alfa Romeo is slechts sponsor van Sauber, dat vanaf 2026 weer door het leven gaat als Audi. Eerder bouwden de Zwitsers de Le Mans-auto's voor Mercedes, was het midden jaren negentig het de facto fabrieksteam van Ford en later juist weer van BMW.
Aston Martin, dat begon als Jordan, ging later nog door het leven als Midland, Spyker, Force India en Racing Point. Nu zijn de auto's groen, al is de enige connectie dat teameigenaar Lawrence Stroll ook deels eigenaar van de autofabriek van Aston Martin is. Stroll laat wel een nieuw onderkomen bouwen, maar voorlopig komen de auto's nog uit dezelfde fabriek in Silverstone als de beroemde gele Jordans van eind jaren negentig.

Laptopmerk Acer bouwde echt geen Formule 1-motoren
Dat kan dus ook met motoren. Toen BMW in de jaren tachtig stopte met zijn beruchte viercilinderturbomotor ging de krachtbron nog even door als 'Megatron'. En de dominante Renault V10 uit de jaren negentig werd later doorgebouwd door Mecachrome en geleverd aan Benetton. Dat schreef de krachtbron in als Playlife, naar een kledingmerk. Prost maakte het nog bonter door de oude Peugeot-motor de naam 'Acer' te geven. Niemand zal toch geloofd hebben dat de Taiwanese laptopgigant daadwerkelijk Formule 1-motoren maakte.
Geen wonder dus dat Cadillac er schijnbaar geen moeite mee heeft om eerst met een Renault-motor onder een andere naam uit te komen, en Ford prima kan leven met een Red Bull-motor met een sticker van zijn logo erop.
Het past naadloos in de geschiedenis van de Formule 1. Onder de streep is autosport specialistisch werk, dat dus wordt gedaan door specialisten. Een naam is uiteindelijk ook maar een naam.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen