
Vijf redenen waarom de Formule 1 niet rijdt op een té natte baan
Het zicht is zeer beperkt door de waterspray
Door de zeer geavanceerde aerodynamica van de auto's en de banden wordt er een grote hoeveelheid spray opgeworpen als ze over een natte baan rijden. Die nevel blijft hangen, waardoor het zicht van de coureurs zeer beperkt wordt.
Uit on board-beelden blijkt vaak hoe weinig de coureurs kunnen zien, zeker als ze dicht bij elkaar rijden. Als de baan nat is, is dit te overzien. Maar regent het écht hard, dan wordt het simpelweg te gevaarlijk.
De auto's werken niet goed
Formule 1-auto's zijn ontworpen om op hoge snelheid over een circuit te rijden. Veel onderdelen die de auto zo snel maken, werken alleen goed als de auto ook daadwerkelijk hoge snelheden bereikt, zoals alle neerwaartse kracht opwekkende elementen.
Dan gaat het vooral over de vleugels en de vloer van de auto. Op lagere snelheid worden de auto's minder stevig op het asfalt gedrukt, waardoor er veel minder grip is.
Daarnaast komen de remmen niet goed op temperatuur, waardoor die niet goed werken. De teams moeten de rijhoogte van de auto's sowieso verhogen, om ervoor te zorgen dat zich niet te veel water ophoopt onder de vloer.

Het zijn 'de beste coureurs', maar ze zijn ook competitief
"Dan rijden ze toch langzamer", is een veel gehoord commentaar als de Formule 1 door een te natte baan niet in actie kan komen. Ook "het zijn de beste coureurs ter wereld" komt vaak voorbij.
Het probleem op een te natte baan zit 'm vooral in het competitieve element. Als de coureurs daadwerkelijk langzaam rijden, zijn er altijd een paar coureurs die toch proberen iets sneller te gaan. Crashes zijn dan onvermijdelijk. En zonder competitie is een kwalificatie of race betekenisloos.
De banden hebben het lastig bij te veel water
De Formule 1 heeft twee soorten regenbanden: de full wets en de intermediates. Die intermediates, een soort combinatie tussen slicks en regenbanden, werken prima en zijn het probleem niet. Het probleem ligt wél bij de full wets van Pirelli. Die zijn niet populair onder het coureursgilde, simpelweg omdat ze niet goed zouden functioneren.
Maar er is ook een meer algemeen probleem met banden en te veel regen: het zogeheten aquaplaning. Dit komt vaak voor als een auto door een plas rijdt. Dan kan er een dun laagje water tussen de banden en het asfalt ontstaan, waardoor de auto onbestuurbaar wordt. De Formule 1 is daarom altijd alert op plassen (standing water) en stroompjes water op de baan. Als er daar te veel van zijn, wordt er niet gereden.
Nog een bijkomend nadeel van rijden met te veel regen is dat de banden lastig op temperatuur te krijgen en te houden zijn. Bij te lage temperaturen hebben de banden veel minder grip.

Crashes zijn leuk voor het publiek, maar moeten voorkomen worden
"Wat heb ik nou gezegd? Rode vlag, verdomme!" De scheldkanonnade van Sebastian Vettel tijdens de kwalificatie van de GP van België ging de wereld over. Lando Norris was kort daarvoor gecrasht in de snelle Raidillon-bocht. Coureurs voelen vaak feilloos aan wanneer het te nat is om te racen en het risico op zware crashes te groot is. Norris moest voor controle naar het ziekenhuis.
Het is de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleiding om de kans op zware crashes zoveel mogelijk te verkleinen tot een aanvaardbaar niveau. Een te natte baan, met te veel spray en te veel kans op grote schuivers, maakt dit risico simpelweg te groot.
Crashes vormen een onderdeel van de entertainmentwaarde die Formule 1 levert, maar niemand zit te wachten op honderden miljoenen schade of gewonde coureurs. Of nog erger. Hierin heeft de koningsklasse van de autosport ook geleerd van het verleden.
Log in voor meer gratis F1-artikelen
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen