Seasick Steve is dankbaar voor zijn onverwachte carrière. "Ik maak al vijftig jaar muziek. Als kind had ik de ambitie, maar ik gaf te vroeg op", zegt hij tegen NU.nl.

"Ik had nooit verwacht dat ik na mijn zestigste nog voor uitverkochte zalen zou spelen. Nu voelt het alsof ik herboren ben, ik heb me nog nooit zo levendig gevoeld."

Toch draagt hij ook wel iets van schuldgevoel met zich mee. "Soms voel ik me schuldig tegenover mijn kinderen en kleinkinderen. Als ik eerder was doorgebroken, had ik hen meer kunnen bieden in het leven. Maar er ligt nog zoveel moois voor me. Ik ga door tot mijn wielen ervan afvallen."

De muzikant die op zijn 63e zijn debuutalbum uitbracht, weet het succes op latere leeftijd echter ook te relativeren. "Als ik jonger in dit wereldje was gerold, had ik het waarschijnlijk niet overleefd", meent hij. "Ik ben een idioot: ik zou mezelf dood hebben gedronken of het was met drugs misgegaan."

Op het zesde studioalbum van Steven Gene Wold alias Seasick Steve, getiteld Hubcap Music, werd de hulp in geroepen van bassist John Paul Jones (Led Zeppelin) en Jack White. Het album wordt in de VS uitgebracht op Third Man Records, het platenlabel van laatstgenoemde.

Wold is enthousiast over de samenwerking met de bekende gitarist. "Het was fantastisch om met hem te werken. Zijn stijl is uniek en je herkent zijn spel uit duizenden". Wold vertelt over zijn bezoek aan de Third Man Records-studio na een wilde avond.

"In de Third Man Records-studio heeft Jack een eigen podium en vinylmachine; alles wat wordt gespeeld wordt direct op plaat opgenomen. Halverwege de show moet de band en het publiek vier minuten stil zijn, zodat de plaat naar kant B gedraaid kan worden."

"Tijdens een sessie voor Hubcap Music hadden Dan (Magnusson, drummer) en ik iets te veel gedronken. Jack White lachte ons uit, omdat hij dacht dat de opname zou mislukken. Tot zijn verbazing was het perfect gegaan, alle nummers stonden er foutloos op."

En dat is ook meteen het belangrijkste element in de muziek van Seasick Steve: spelen met passie en gevoel, regels loslaten en juist op goed geluk improviseren. "We repeteren nooit, zelfs niet voor het opnemen van een album. Soms vergeet ik de tekst als ik optreed", lacht hij.

Wold heeft een voorliefde voor deze ouderwetse manier van opnemen. "Taperecorders zijn perfect voor mij. En als er een take op staat die niet goed genoeg is, begin ik opnieuw. Bands die dertig opnames hebben en daar alsnog aan gaan sleutelen, begrijp ik niet."